H6 Bron f lezen

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Bonjour tout le monde!

Comment ça va aujourd'hui?

👍🏼

👋🏻

👎🏻

au programme aujourd'hui

1. Dictee
2. Lire
3. Slim stampen

rétrospective - phrases-clés

-> je kunt de weg vragen en de weg wijzen - exercice 5 minutes 

check

-> je kunt vertellen waar je woont en wat je gaat doen - 5 min

check

Demander et indiquer le chemin 

Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Kunt u mij alstublieft helpen?

Nous cherchons le cinéma.

Aller tout droit - rechtdoor 

Tourner à droite - naar rechts gaan

Tourner à gauche - naar links gaan

Continuer - doorgaan

Traverser - oversteken

 

hoe zou de mondeling eruit kunnen zien?

docent vraagt:              

jij zegt bijvoorbeeld:             OF             OF              (OF iets anders)

de docent zou door kunnen vragen:               OF              OF            

jij antwoordt bijvoorbeeld:                OF                   OF 

tu es ici

bron C - page 58

1 excuse moi, je cherche

   ........................

2 c'est .......................

1 tu peux répéter?

2 .............................

1 c'est loin? c'est près?

2 oui, c'est à................. 

    non, c'est à.....

1 alors on y va ...............

Leerling

Docent

hoe zou de mondeling eruit kunnen zien?

docent vraagt:              

jij zegt bijvoorbeeld:             OF             OF              (OF iets anders)

de docent zou door kunnen vragen:               OF              OF            

jij antwoordt bijvoorbeeld:                OF                   OF 

tu es ici

BRON G - PAGE 72

1 tu habites où?

2 j'habite à.......

1 tu aimes .......?

2 oui, parce que... | non, parce que.....

1 on va .........?

2 oui, on va ......... dans mon quartier

  il y a .......

1 comment tu vas ........

2 on va ....... en/à.......

1 qu'est-ce qu'on va faire après?

2 on va...........

F- lire - BUTS

Aan het eind van deze paragraaf:

1. kun je een forum over verhuizen begrijpen
2. ken je woorden die te maken hebben met je omgeving
3. herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot

exercice 22

Voor deze opdracht moet je de cijfers invullen in de tabel.

Ga na bladzijde 64 om erachter te komen welke cijfers in Parijs horen.

lis le tuyau (lees de tip)

et fais l'exercice 23b page 69

page 69

Je hebt de tekst 'Paris versus la banlieue... Les avantages et les inconvéniants' globaal gelezen.

Houd de tekst bij de hand en beantwoord de komende 10 vragen over de inleiding, middenstuk en slot van de tekst

1 vragen over de inleiding
Wie schrijf deze blog?

2 vragen over de inleiding
Waarom schrijft hij deze blog?

3 vragen over het middenstuk
Wat is er bij hem in de straat?

4 vragen over het middenstuk
Wat is er in zijn wijk?

5 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij leuk in Parijs?

6 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij minder leuk in Parijs?

7 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij leuk in de banlieue?

8 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij het leukst?

9 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij het minst leuk?

10 vragen over het slot
Waarom wil hij in Parijs blijven?

Maak nu de rest van de opdrachten

-> exercices 23d, 24ab, 25

tip: gebruik de vocabulairelijsten op blz 78-79 als je woorden (nog) niet kent.

Klaar? Slim stampen (voca F)

CHECK
wat waren de 3 leerdoelen van bron F?

H grammaire et écrire - BUTS

Aan het eind van deze paragraaf:

1. kun je een tekst schrijven over jezelf
2. kun je het werkwoord aller en de futur proche gebruiken

lees mee - exercice 29b - page 74

maak opdrachten 29cde - p75

Bij opdracht 29c moet je alle vormen van de verbe aller onderstrepen in de tekst van het lied

lees mee - exercice 30a - page 75

maak nu de rest van de opdrachten

-> exercices 30bc, 31, 32a

CHECK
wat zijn de 2 leerdoelen van bron H?

Bonne chance!

questions? -> [e-mail]

 bonne semaine et à mercredi 14 avril

🍀