Les 2: De geschiedenis van platentektoniek

Startklaar
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Startklaar

Slide 1 - Diapositive

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
LEZEN 10 min
Lezen

Slide 2 - Diapositive

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
Terugblik
C                A                B                C        

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoel
Vandaag gaan we leren over de theorie die uitlegt hoe de continenten van de aarde zich over miljoenen jaren hebben verplaatst. 

We gaan ontdekken hoe wetenschappers, waaronder Alfred Wegener, tot deze theorie zijn gekomen en welke bewijzen er zijn om dit te ondersteunen.

Slide 6 - Diapositive

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
H1
Interne systeem aarde 
H2
Externe systeem aarde
H3
Klimaat en landschap
H4 Natuurgeweld in de VS
Overzicht

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis
1. De leerlingen weten wat de aarde bestaat uit lagen.

2. De leerlingen weten dat de aardplaten bewegen.

3. De leerlingen weten wat fossielen en gletsjers zijn.

Slide 8 - Diapositive

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Actualiteitsbeginsel
"het heden is de sleutel tot het verleden" = the present is the key to the past

Zoals dingen nu gebeuren, zullen ze ook in het verleden hebben plaatsgevonden. 


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alfred Wegener: 
Theorie Continental drift 

Aanwijzingen:
1.Geologie 
Zelfde rotsformaties

2. Paleontologie
Zelfde fossielen

3. Klimatologie 
Gletsjerafzetting in nu tropische gebieden

Slide 10 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Supercontinent Pangea

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maar geen bewijs...

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewijs: paleomagnetisme

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modern bewijs
Bron 1.
Paleomagnetisme
Bron 1.
Satellietdata

Slide 14 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Paleomagnetisme
Als lava stolt, richten de ijzerdeeltjes in de lava zich naar het magnetische veld van de aarde. Uit het paleomagnetisme, het aardmagnetisme uit het verre verleden, is gebleken dat in de loop van de geologische geschiedenis het aardmagnetische veld niet altijd dezelfde richting heeft gehad. Soms wijst de magnetische pool naar het noorden en soms naar het zuiden. 

Aan weerszijden van een mid-oceanische rug komen even ver van de rug gebieden voor met dezelfde magnetische polarisatie. Dit kan alleen als de twee gebieden op dezelfde plek in dezelfde tijd ontstaan zijn en daarna uit elkaar gedreven zijn.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

mid-oceanishe ruggen

- dwars door alle oceanen bergketens van 
duizenden kilometers → mid-oceanische ruggen
- aardkorst het jongst op mid-oceanische rug
- aardkorst ouder richting oosten en westen van rug: hoe verder weg, hoe ouder


==>> oceanische plaat groeit aan vanuit midden

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld:
Perm: supercontinent Pangea
Jura: uiteenbreken Pangea → Noord-Amerika en Europa uit elkaar
Krijt: Zuid-Amerika en Afrika uit elkaar

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewijzen van platentectoniek
1. Actualiteitsbeginsel
2. Fossiele resten
3. Gletsjerkrassen
4. Paleomagnetisme
Het principe dat ervan uitgaat dat natuurwetten in het verleden en het heden dezelfde zijn.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

    Kleine afsluiting

Actualiteitbeginsel
Alfred Wegener
mid-oceanische rug
Pangea
paleomagnetisme

Slide 22 - Diapositive

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle van begrip:
Wat is de definitie van continentverschuiving volgens Alfred Wegener?

Slide 24 - Question ouverte

Continentverschuiving is de hypothese dat continenten niet vastliggen, maar langzaam over het aardoppervlak bewegen
Controle van begrip:
Welke bewijzen gebruikte Alfred Wegener
om zijn theorie te ondersteunen?

Slide 25 - Question ouverte

Fossiele overeenkomsten op verschillende continenten (bijvoorbeeld dezelfde fossielen gevonden in Zuid-Amerika en Afrika).
Geologische structuren en rotsformaties die overeenkomen aan de kustlijnen van verschillende continenten (bijvoorbeeld bergketens die doorlopen van het ene naar het andere continent).
Paleoklimatologische aanwijzingen zoals sporen van gletsjers in nu tropische gebieden (bijvoorbeeld glaciaal afgezette rotsen in India en Zuid-Amerika).
Controle van begrip:
Leg uit hoe mid-oceanische ruggen een rol
spelen in de theorie van continentverschuiving.

Slide 26 - Question ouverte

Mid-oceanische ruggen zijn onderzeese bergketens waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd door opwellend magma. Dit proces, bekend als zeebodemspreiding, duwt de oceaanbodem van de rug af, wat bijdraagt aan de beweging van de continenten. Dit mechanisme ondersteunt de theorie van continentverschuiving door te laten zien hoe continenten kunnen bewegen.
Controle van begrip:
Wat is de rol van aardmagnetisme in het bevestigen van de theorie?

Slide 27 - Question ouverte

Aardmagnetisme, met name de patronen van magnetische omkeringen op de oceaanbodem, ondersteunt de theorie van continentverschuiving. Magnetische mineralen in gestolde lava registreren de richting van het aardmagnetisch veld op het moment van hun vorming. De symmetrische patronen van deze magnetische banden aan weerszijden van mid-oceanische ruggen tonen aan dat de oceaanbodem zich in beide richtingen spreidt, wat bewijst dat continenten zich verplaatsen.
Zelf aan de slag
Lees 1.2 

Maak de opdrachten 2, 3, 4, 5

Slide 28 - Diapositive

beide
gletsjer
kustlijnen
Nederland?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afrika?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag
De theorie van continentverschuiving werd voor het eerst voorgesteld door __________.

Het supercontinent dat volgens Wegener ooit alle continenten omvatte, wordt __________ genoemd.

Fossiele bewijzen voor continentverschuiving omvatten de ontdekking van __________ fossielen op verschillende continenten.

Slide 33 - Diapositive

Alfred Wegener
Pangea
dezelfde
Zelf aan de slag
De mid-oceanische ruggen zijn onderzeese __________ waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd.

Zeebodemspreiding draagt bij aan de theorie van continentverschuiving door te laten zien hoe de __________ zich verplaatst.

Aardmagnetisme speelt een rol in de theorie van continentverschuiving door de aanwezigheid van __________ banden op de oceaanbodem.

Slide 34 - Diapositive

bergketens
continenten
magnetische
Zelf aan de slag
De symmetrische patronen van magnetische omkeringen aan weerszijden van mid-oceanische ruggen tonen aan dat de oceaanbodem zich in __________ richtingen spreidt.

Paleoklimatologische aanwijzingen voor continentverschuiving omvatten de aanwezigheid van __________ sporen in nu tropische gebieden.

Geologische structuren die overeenkomen aan de __________ van verschillende continenten ondersteunen de theorie van Wegener.

Slide 35 - Diapositive

beide
gletsjer
kustlijnen
Oud examenvraag

Slide 36 - Diapositive

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

12 maximumscore 2
Uit de uitleg moet blijken dat
• als de oceanische korst zwaarder wordt, deze wegzakt in het magma
(de oceaanbodem dieper komt te liggen) (oorzaak) 1

• waardoor het waterbergend vermogen van de oceaan toeneemt
(gevolg) 1

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Grote afsluiting
Vandaag gaan we leren over de theorie die uitlegt hoe de continenten van de aarde zich over miljoenen jaren hebben verplaatst.

We gaan ontdekken hoe wetenschappers, waaronder Alfred Wegener, tot deze theorie zijn gekomen en welke bewijzen er zijn om dit te ondersteunen.

Slide 38 - Diapositive

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/KpapAnNav?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 39 - Diapositive

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 40 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

 Vraag 1
(R) 1 punt

De theorie van continentverschuiving werd voorgesteld door Alfred Wegener. Geef een korte definitie van continentverschuiving.

Slide 41 - Diapositive

Continentverschuiving is de hypothese dat continenten niet vastliggen, maar langzaam over het aardoppervlak bewegen.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Alfred Wegener gebruikte verschillende bewijzen om zijn theorie van continentverschuiving te ondersteunen. 

Leg uit welke bewijzen Wegener gebruikte om zijn theorie te ondersteunen en geef minstens twee voorbeelden.

Slide 42 - Diapositive

Fossiele overeenkomsten: Bijvoorbeeld dezelfde fossielen gevonden in Zuid-Amerika en Afrika.
Geologische structuren: Bergketens die doorlopen van het ene naar het andere continent, zoals de Appalachen en de Caledonische bergen.
Paleoklimatologische aanwijzingen: Sporen van gletsjers in nu tropische gebieden, zoals glaciaal afgezette rotsen in India en Zuid-Amerika.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

De ontdekking van mid-oceanische ruggen en zeebodemspreiding was cruciaal voor de theorie van continentverschuiving.

Beschrijf het proces van zeebodemspreiding en leg uit hoe dit proces bijdraagt aan de beweging van continenten.

Slide 43 - Diapositive

Zeebodemspreiding vindt plaats bij mid-oceanische ruggen, waar magma opwelt en nieuwe oceanische korst vormt.
Deze nieuwe korst duwt de oudere korst van de rug weg, waardoor de oceaanbodem zich naar buiten verplaatst.
Dit proces drijft de continenten die op de oceaanbodem liggen, waardoor ze langzaam bewegen.
Vraag 4 
(T1) 3 punten

De theorie van continentverschuiving wordt ondersteund door verschillende soorten bewijs. De overeenkomsten van __________, de aanwezigheid van __________ sporen in nu tropische gebieden, en de __________ patronen op de oceaanbodem zijn allemaal belangrijke aanwijzingen.

Slide 44 - Diapositive

De overeenkomsten van fossielen
De aanwezigheid van gletsjer sporen in nu tropische gebieden
De magnetische patronen op de oceaanbodem