Les 3: werkwoordspelling ovt (zwakke werkwoorden)

Frits Select les 3
Persoonsvorm verleden tijd (VT)

We hebben in de verleden tijd zwakke en sterke werkwoorden. Vandaag gaan we het hebben over de zwakke werkwoorden.

OVT = onvoltooid verleden tijd
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Frits Select les 3
Persoonsvorm verleden tijd (VT)

We hebben in de verleden tijd zwakke en sterke werkwoorden. Vandaag gaan we het hebben over de zwakke werkwoorden.

OVT = onvoltooid verleden tijd

Slide 1 - Diapositive

PV-VT zwak
Persoonsvorm verleden tijd (VT)
Een zwak werkwoord verandert niet van klank 

Dit woord eindigt op:
- te (n)
-de (n)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

PV-VT zwak
1.  Hele werkwoord -en (dan houd je de stam over)
2. Zit de laatste letter in 't x-kofschip? 
3. Let op, de klinkers doen niet mee:

                            JA = te(n)
                         NEE = de(n)

Slide 4 - Diapositive

Samen oefenen:
(reizen) Wij ..... vorig jaar de hele wereld over.

Stap 1: zoek de stam (hele ww - en) = reizen
Stap 2: zit de laatste letter in 't x-kofschip? = nee
Stap 3: meervoud of enkelvoud?  wij = meervoud
                              + de(n)
                              reisden (want je pakt de ik-vorm reis + den)

Slide 5 - Diapositive

(verhuizen) Ik ...... naar een andere straat.

Slide 6 - Question ouverte

(omhelzen) Henk ..... zijn vriend toen die een prijs had gewonnen.

Slide 7 - Question ouverte

(beven) De kinderen ..... van angst toen de bliksem begon.
A
beevden
B
beefden
C
beevten
D
beeften

Slide 8 - Quiz

(lachen) Waarom ... jij gisteren zo hard?
A
lachde
B
lachden
C
lachte
D
lachten

Slide 9 - Quiz

(verstoppen) Waar ..... de juf zich vorige week?
A
verstopte
B
verstopde
C
verstopten
D
verstopden

Slide 10 - Quiz

Tot de volgende keer!
Nu zelfstandig aan de slag:

Slide 11 - Diapositive

(hoeven) Vorige week ..... wij niet vroeg op te staan.

Slide 12 - Question ouverte

(schaatsen) Vorig jaar .... ik samen met mijn vrienden op het ijs.

Slide 13 - Question ouverte

(razen) De honden ..... over het veld.

Slide 14 - Question ouverte

Tot de volgende keer!

Slide 15 - Diapositive