HP plus Mictie les 5

H8 Mictie 
Leerdoelen:
  • heeft basiskennis van de anatomie van het urinewegstelsel.
  • heeft basiskennis van aandoeningen aan urinewegstelsel in 
     relatie tot een verblijfskatheter.
  • kan een condoomkatheter aanbrengen en verwijderen.
  • kan een katheterzakje legen en verwisselen.
  • kan een katheterzak doorkoppelen.
  • kan een urethrale verblijfskatheter verzorgen.
  • kan een suprapubische katheter verzorgen.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Helpende plusMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

H8 Mictie 
Leerdoelen:
  • heeft basiskennis van de anatomie van het urinewegstelsel.
  • heeft basiskennis van aandoeningen aan urinewegstelsel in 
     relatie tot een verblijfskatheter.
  • kan een condoomkatheter aanbrengen en verwijderen.
  • kan een katheterzakje legen en verwisselen.
  • kan een katheterzak doorkoppelen.
  • kan een urethrale verblijfskatheter verzorgen.
  • kan een suprapubische katheter verzorgen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Zie boek blz. 164
Nieren hebben een vorm van een boon en zijn ongeveer 7 bij 4 cm groot. Ze liggen aan elke kant van de ruggenwervel achter de buikholte, ter hoogte van de laatste twee borstweefsel. 
De rechternier ligt iets lager vanwege de lever. Boven op de nieren liggen de bijnieren, in de bijnieren worden onder andere hormonen gemaakt. De bijnieren spelen geen rol bij de urineproductie.
Binnen in de nier ligt het nierbekken. Het bloed dat door de nier stroomt wordt gefilterd en worden stoffen die overbodig zijn verzameld in het nierbekken. De stoffen stromen door de ureter naar de blaas, waar de urine wordt verzameld. Als er voldoende urine in de blaas zit, wordt er een signaal naar de hersenen gestuurd en krijg je aandrang om te plassen.
De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • De blaas rekt uit wanneer er urine in komt.
  • Er past ongeveer 1,5 liter urine in de blaas, bij 0,2 liter krijg je de aandrang
      om te plassen. Hoe voller de blaas is, hoe sterker dit signaal is.
  • Zindelijkheid trainen, signaal herkennen.
  • Urinebuis bij de man is 20 -25 cm lang en maakt S-vormige bocht.
  • Urinebuis bij de vrouw is 3 tot 5 cm, en loopt recht naar benenden.

Slide 5 - Diapositive

Afbeelding van blaas, volle blaas en normale blaas
  • Bij de man worden de sluitspieren van de blaas omringd door de prostaat.
  • Bij de vrouw is het risico op bacteriën groter, die van nature leven in de endeldarm (E-coli bacterie) en in de urethra terecht kunnen komen. Vrouwen zijn dan ook gevoeliger voor urineweginfecties omdat de anus en urineleider dicht bij elkaar liggen en de plasbuis kort is en daarmee ook de weg naar de blaas.

Slide 6 - Diapositive

Zie boek blz.166
Andere aandoeningen aan het urinewegstelsel:
  • Blaasontsteking
  • Onvoldoende bloedaanvoer naar de nier
  • Onvoldoende afvoer van urine
  • Ziekten aan het nierweefsel
  • Kanker aan de nier of de blaas
  • Anatomische afwijkingen

Slide 7 - Diapositive

boek blz. 167 en 168
Stap voor stap de aandoeningen bespreken.

Slide 8 - Diapositive

Verblijfskatheter of een eenmalige katheter.
Opdracht 5 en 6 maken en bespreken.

Slide 9 - Diapositive

  • adviezen voeding minimaal 2 liter vocht inname/24 uur
  • let op vrijhangen van de slangen
  • voorkom knikken in de slangen
  • katheter bij fixeren op het bovenbeen niet te krap
  • “rijdende katheter” pas op
  • urine opvangzak altijd lager dan de blaas

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blaaskatheter is een voorbeeld van een interne katheter?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Infectiegevaar is bij een externe katheter groter dan bij een interne>
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blaaskatheter is een holle, vaak flexibele slang die ingebracht wordt in de blaas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Observatie;
  • Frequentie, gemiddeld 1,5 - 2 lt per 24 uur. Hoger? nervositeit, medicatie, blaasontsteking, veel gedronken, diabetes. Lager? koorts, nierafwijking, wonden of operatie, braken, diarree, hart en vaatafwijking.
  • Hoeveelheid
  • Kleur, Normaal is urine lichtgeel. Kleur wordt gevormd door de opgeloste (afval) stoffen.
    Donker is geconcentreerde urine.
    Donkergeel /-bruin -> lever, - nieraandoeningen
    Roze/rode -> bloed in de urine, medicatie, bietjes
  • Helderheid, urine is helder, troebele urine wijst op bacteriën, eiwitten of pus.
  • Geur, Ammoniakgeur, geconcentreerd. Urineweginfectie ruikt onaangenaam. Zoetig bij diabetes mellitus. Medicatie kan je ruiken. Afvalstoffen kan je ruiken
  • Manier van urineren

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vilans protocollen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
Nog vragen?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions