Les 6 formuleren §4 voorbeelden gebruiken + opdracht 3 schrijfdossier

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige lessen

* theorie §4 formuleren

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* voorbeelden gebruiken in een tekst.

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Vandaag schijnt de zon helaas niet op mijn gezicht.

De woordvolgorde van deze zin is...

1. OPA

2. APO

3. PA

4. OAP

Vul aan...

Maak de zin langer door een voegwoord en zinsdelen toe te voegen.

Vandaag schijnt de zon helaas niet op mijn gezicht ...

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Ik raak elke dag spullen kwijt.

De woordvolgorde van deze zin is...

1. OPA

2. APO

3. PA

4. POA

Vul aan...

Maak de zin langer door 2 voorbeelden toe te voegen.

Ik raak elke dag spullen kwijt.

Elke tekst wordt beter en prettiger leesbaar als je varieert in je taalgebruik. 

apps.noordhoff.nl

Toelichtend verband

Een voorbeeld (hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Opdracht

§4 formuleren

maken opdracht 1 t/m 3

Als je klaar bent, start je met opdracht 3 van het schrijfdossier.

Wat heb je deze les geleerd?

Ik kan voorbeelden gebruiken in een tekst.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Ik kan zinnen maken waarin woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

😒🙁😐🙂😃