Samenhang in teksten voor tekstbegrip en het aanbrengen van structuur in eigen tekst.
Doel: je kunt signaal-/verbindingswoorden herkennen en weet welk verband ermee in de tekst wordt aangeduid en omgekeerd: je weet welk signaalwoord moet worden gebruikt als je een verband aan moet geven.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands
Planning
leesvaardigheid
toets
Samenhang in teksten voor tekstbegrip en het aanbrengen van structuur in eigen tekst.
Doel: je kunt signaal-/verbindingswoorden herkennen en weet welk verband ermee in de tekst wordt aangeduid en omgekeerd: je weet welk signaalwoord moet worden gebruikt als je een verband aan moet geven.
Slide 1 - Diapositive
Mededeling:
Nodig: pen
Telefoons uit en in de tas
Tas van tafel
Hoe: zelfstandig
Tijd : 30 min.
Klaar: blaadje omgekeerd op hoek van de tafel
timer
1:00
Slide 2 - Diapositive
Welk dier bestaat uit 75% uit wol?
Raadseltje...
Slide 3 - Diapositive
Signaalwoorden:
- brengen structuur aan in een tekst;
- brengen rust en overzicht in een tekst,
indien correct gebruikt.
Wat weet je zelf al?
Wat is een signaalwoord?
Welk verband kunnen ze aangeven?
Voorbeelden?
Slide 4 - Diapositive
Tijdens het feest gebeurde er van alles. Eerst
vloog John over de kop tijdens het mountain-
biken, toen viel Jesse in het water, daarna stootte
Jeffrey zijn hoofd en later zakte Dick door zijn bed.