Geschiedenis Toets 3TL Hoofdstuk 3

Oefen voor de toets van vrijdag!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefen voor de toets van vrijdag!

Slide 1 - Diapositive

Waarom trokken rond de 19e eeuw veel mensen van het platteland naar de stad?

Slide 2 - Question ouverte

Het leven in de stad was voor arbeiders vaak ongezond. Noem 3 redenen waarom dit zo was.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe kon het dat ambachtsmannen steeds minder geld gingen verdienen?
A
Mensen kochten liever fabrieksproducten
B
De kwaliteit van hun producten nam af
C
Mensen gingen leren hoe ze zelf producten konden maken
D
Er kwam een wet die het verkopen van zelfgemaakte producten verbood

Slide 4 - Quiz

Mensen die niet in staat waren om te werken hadden een probleem want?
A
Als je niet kon werken kreeg je minder geld dan anderen.
B
Als je niet kon werken kreeg je helemaal geen geld.
C
Er was helemaal geen probleem ze kregen namelijk een uitkering.
D
Deze mensen moesten een kantoorbaantje nemen en die betaalde minder goed.

Slide 5 - Quiz

Wanneer kwamen de eerste ziekenhuizen?
A
1750
B
1800
C
1850
D
1900

Slide 6 - Quiz

Algemeen kiesrecht betekent?
A
Dat je zowel mag stemmen als dat er op je gestemd mag worden.
B
Dat je alleen mag stemmen
C
Dat er alleen op je gestemd mag worden
D
Dat je een bepaald bedrag moet verdienen voordat je mag stemmen

Slide 7 - Quiz

Wat is een sociale wet?
A
Een wet die ervoor zorgt dat iedereen kan werken.
B
Een wet tegen de gevolgen van armoede, ziekte en ouderdom.
C
Een wet die ervoor zorgt dat alleen rijke mensen mogen stemmen.
D
Een wet die die ervoor zorgt dat arbeiders verzekerd zijn.

Slide 8 - Quiz

In welk jaar werd de Leerplichtwet ingevoerd?
A
1874
B
1898
C
1901
D
1914

Slide 9 - Quiz

Benoem bij de socialisten, confessionelen en liberalen stromingen wat zij belangrijk vonden.

Slide 10 - Question ouverte

Rond 1850 waren er geen sociale wetten. Er was een uitzondering namelijk de?
A
Armenwet
B
Woningwet
C
Ziektewet
D
zorgwet

Slide 11 - Quiz

Waarom is veel armoede gevaarlijk voor het parlement?
A
Dan zouden steeds minder mensen kunnen werken.
B
Dan hebben mensen geen geld om de economie te verbeteren.
C
Dat vergroot de kans op rellen en geweld.
D
Anders moet het parlement geld gaan uitgeven aan mensen die het nodig hebben.

Slide 12 - Quiz

Leg het begrip liefdadigheid uit.

Slide 13 - Question ouverte

Waarom richtten arbeiders vakbonden op?
A
Dan konden ze in hun vrije tijd iets leuks doen met hun collega's
B
Samen stonden ze sterker tegen fabrieksbazen.
C
Zo konden ze van elkaar leren.
D
Via de vakbond konden arbeiders meebeslissen in de politiek.

Slide 14 - Quiz

Wanneer kregen mannen algemeen kiesrecht?
A
1894
B
1902
C
1908
D
1917

Slide 15 - Quiz

In welk jaar brak er in de Verenigde Staten een economische crisis uit?
A
1917
B
1922
C
1929
D
1935

Slide 16 - Quiz

Hoe kan het dat de crisis in de VS oversloeg naar Europa?

Slide 17 - Question ouverte

Welke minister-president probeerde door middel van een aantal maatregelen de crisis in Nederland op te lossen?
A
Willem Drees
B
Hendrik Colijn
C
Joop den Uyl
D
Ruud Lubbers

Slide 18 - Quiz

Hoe controleerden de overheid of je echt een uitkering nodig had?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een aanpassingspolitiek?
A
De regering pas de uitgave aan aan de inkomst.
B
De regering past de uitgave aan aan de hoeveelheid arbeiders.
C
De regering past zich aan de economie van buurlanden aan.
D
Nederland gaat meer geld uitgeven.

Slide 20 - Quiz

Waarom kozen veel armen mensen ervoor om geen kleding te halen bij de voedsel/kledingbanken?
A
De mensen hadden kleding genoeg.
B
De kleding van de steun was van slechte kwaliteit.
C
Mensen wilde liever duurdere kleding kopen
D
De kleding had een logo waardoor men zich schaamde.

Slide 21 - Quiz

In 1948 kreeg Nederland voor het eerst een socialistische minister-president. Wie was deze minister-president?
A
Willem Drees
B
Ruud Lubbers
C
Hendrik Colijn
D
Dries van Agt

Slide 22 - Quiz

verklaar hoe armoede ervoor gezorgd heeft dat Hitler aan de macht kwam.

Slide 23 - Question ouverte

Verklaar het begrip verzorgingsstaat.

Slide 24 - Question ouverte

Wat was geen reden voor het ontstaan van de verzorgingsstaat?
A
Er kwam Amerikaans geld binnen na de oorlog.
B
De economie groeide en er kwam meer belasting binnen.
C
De socialistische regering vonden het belangrijk dat niemand in armoede hoefde te leven.
D
Ze hadden gezien dat de verzorgingsstaat goed werkten in Amerika.

Slide 25 - Quiz

Welke sociale wet is niet door de regering-Drees ingevoerd?
A
Werkloosheidswet
B
Woningwet
C
Algemene Ouderdomswet
D
Weduwen en Wezenwet

Slide 26 - Quiz

Verklaar het begrip sociale zekerheid

Slide 27 - Question ouverte

Van 1982 tot 1994 was Ruud Lubbers minister-president. Hij was de leider van welke partij?
A
CDA
B
VVD
C
PvdA
D
Christelijke volkspartij

Slide 28 - Quiz

Arbeiders hadden weinig weerstand tegen besmettelijke ziektes in de 19e eeuw. Wat was hiervan een oorzaak?
A
Arbeiders gaven hun geld liever uit aan een huis.
B
Arbeiders werkten dagen van 14 uur tegen lage lonen.
C
Arbeiders woonden buiten de stad.
D
Arbeiders moesten met gevaarlijke machines werken.

Slide 29 - Quiz

Welk begrip past bij
Deze prent?
A
Epidemie
B
Verzorgingsstaat
C
Sociale zekerheid
D
Ziekenzorg

Slide 30 - Quiz

Begin 20ste eeuw daalde het sterftecijfer in Nederland flink. Wat was hiervan een oorzaak?
A
Drinkwater wordt voortaan uit de gracht gehaald.
B
Geboortes werden voortaan alleen thuis gedaan.
C
De regering stopte met de preventieve maatregelen.
D
Er kwam een opleiding voor verpleegkundige.

Slide 31 - Quiz

De gemiddelde leeftijd steeg in de tweede helft van de 20e eeuw. Wat was hiervan een oorzaak?
A
Gezinszorg werd afgeschaft.
B
Verzekeringen vergoedden alle zorg.
C
Gezondheidszorg werd steeds goedkoper.
D
In de zorg ontstonden specialisaties.

Slide 32 - Quiz