Verwerkingsopdracht Beatrijs

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

1. Wie is de 'ik' uit de proloog?
Geef nog een plek aan in de tekst waar de 'ik' terugkomt.

2. In welk vers noemt de dichter voor het eerst de hoofdpersoon?

3. Hoe denkt de schrijver over 'het dichten', als je de eerste regels mag geloven?

4. Wat heeft de dichter bewogen om de Beatrijs te schrijven, als je de verzen 5 - 9 leest?

5. Wat voor soort verhaal is de Beatrijs?
Hoofse roman, heiligenverhaal of Marialegende?
B. Motiveer je antwoord

6a. Kon Beatrijs lezen en schrijven? Waar maak je dat uit op?

6b. Waarom heeft Beatrijs nooit een vak geleerd en kan ze niets met haar handen?

6c. Waarom gaat Beatrijs niet bedelen als ze arm wordt?

6d. Eerst wordt Beatrijs een hoer, dan komt er een ommekeer. Wat is de aanleiding?

7. In de Beatrijs is op vele plaatsen sprake van getallensymboliek.
3 = goddelijkheid, 7 = heiligheid en 12 = perfectie.
Geef van elk van die getallen een voorbeeld uit de Beatrijs

Numerologie 

Het getal twaalf wordt wel als het getal van perfectie gezien. Dit heeft waarschijnlijk ermee te maken dat 12 oorspronkelijk als grondtal werd beschouwd. Er zijn 12 maanden, 12 apostelen 12 uren per half etmaal enz. Omdat 3 en 4 volgens de christelijke leer beide heilige getallen zijn, is het product hiervan net als de som zeven extra heilig, dus perfect.​

Dat 12 als grondtal gekozen is, heeft te maken met de deelbaarheid van het getal. Het is behalve deelbaar door 1 en zichzelf - zoals alle gehele getallen - deelbaar door 2, 3, 4 en 6, dus door de eerste vier getallen. Ons huidige grondtal 10 is verder alleen deelbaar door 2 en 5.​

8. Beatrijs mag van haar minnaar kiezen tussen een rode mantel en een blauwe. Ze kiest de
blauwe. Waarom zou ze dat doen?

9. De afspraak wordt gemaakt om elkaar over acht dagen in de kloostertuin te ontmoeten, onder
de egelantier (r. 150). Zoek uit wat voor symbolische betekenis die egelantier heeft.

10. Drie kenmerken van hoofse liefde zijn: wederzijdse liefde, smachten en zuchten naar de onbereikbare liefde +
idyllische plekjes worden uitgebreid beschreven.
Geef van elk van de drie aan hoe dit in het verhaal naar voren komt.

11. Het visioen verklaart ‘het wonder’. Wat is dat wonder precies?

12. Als je het geloof uit het verhaal weg laat, wat blijft er dan van het verhaal over?

13. Kun je zeggen dat Beatrijs is veranderd aan het eind van het verhaal?

14. Noem drie kenmerken waaraan je kunt zien dat verhalen als de Beatrijs mondeling werden overgeleverd.

15. Beatrijs is veertien jaar weggeweest. Niemand heeft iets van haar vertrek gemerkt. Citeer de
passage waarin de verklaring hiervoor wordt gegeven.

16. Over Maria staat in de tekst: “die in maagdelijke vreugden / baarde, zonder wee of pijn’. Leg uit
wat volgens jou hiermee wordt bedoeld.