Leenstelsel

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Leenstelsel

Europa rond het jaar 800.

Adel en het leenstelsel 

Wat voor titels hadden achterleenmannen (lage adel)?

1. Ridders
2. Bisschop
3. Baron
4. Lokale heren

Het Frankische rijk

Leendiensten

• Leenheer verzorgt inkomen/levensonderhoud voor de leenmannen.
• Leenmannen hadden vier plichten:
  Trouwzweren aan de koning.
  Besturen in naam van de koning.
  Belasting innen  voor de koning.
  Soldaten verzamelen in tijd van oorlog. 
• Achterleenmannen hadden weer deze plichten voor de leenmannen boven hen. 

Wat doet een leenheer voor zijn leenmannen?

Hoe het leenstelsel er uit ziet in het rijk

Wat zijn de vier plichten van een leenman?

Het leenstelsel in de provincie

Welke taken heeft een achterleenman dan precies?

1. Belasting innen, Bestuurt gebied, Trouw zweren aan de koning en Meevechten in tijden van oorlog.
2. Herenplichten, klusjes doen voor de leenman.
3. Belasting innen, Bestuurt gebied, Trouw zweren aan de leenman en Meevechten in tijden van oorlog.
4. Land aanwijzen aan boeren om een boerderij te starten.

Splitsing Frankische rijk

• Het Frankische rijk werd opgesplitst door Karel zijn kleinzonen. (Frankische recht)
• Bestuur raakt verzwakt door het leenstelsel. Leenmannen kozen voor zichzelf en niet voor de koning. 
• Aanvallen vanuit buiten af (Vikingen en Hongaren) 

Wie hoort waar in het leenstelsel?

Verdeling van het Frankisch rijk.

Koning

Leenman

Leenman

Leenman

Achter
Leenman

Achter
Leenman

Achter
Leenman

Zelfwerken

Maak de volgende vragen in het werkboek: 6, 7, 8, 9, 10 en 12.