BPV-quiz
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat worden je stagedagen?
A
Maandag t/m vrijdag
B
Maandag en dinsdag
C
Donderdag en vrijdag
D
Woensdag, donderdag, vrijdag
Slide 2 - Quiz
Hoeveel uur stage moet je (ongeveer) lopen?
A
4 uur per dag
B
8 uur per dag
C
6 uur per dag
D
7 uur per dag
Slide 3 - Quiz
Welke examens maak je tijdens je stage in leerjaar 1?
A
De eerste vier examens
B
Zo veel mogelijk
C
Geen
D
Dat ligt aan de bpv-begeleider
Slide 4 - Quiz
Wie is verantwoordelijk voor het hebben van een stageplek?
A
Marco / BPV-bureau
B
Mark / loopbaancoach
C
De BPV-plek
D
De student
Slide 5 - Quiz
In de vakanties loopt stage gewoon door.
A
Alleen als je dat zo afspreekt
B
Ja, altijd
C
Nee, nooit
D
Het werkveld heeft geen vakanties.
Slide 6 - Quiz
Hoeveel tijd mag je tijdens stage aan schoolopdrachten werken?
A
Niet, je bent op stage.
B
De hele tijd
C
Ongeveer een uur per dag.
D
Er zijn geen opdrachten op stage.
Slide 7 - Quiz
Gemiste stagedagen moet je van school inhalen.
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat hoeft niet.
C
Alleen als je dat zo afspreekt.
D
Je mag geen stage missen.
Slide 8 - Quiz
Hoe vaak komt de loopbaancoach op bpv-gesprek?
A
Drie keer
B
Eén keer fysiek, twee keer online
C
Nul keer
D
Je hebt geen loopbaancoach tijdens stage.
Slide 9 - Quiz
Hoeveel stageopdrachten zijn er in leerjaar 1?
A
Twee: één beroeps-opdracht per periode
B
Dat kies je zelf
C
Dat verschilt per stageplek
D
Vier: 1a, 1b, 1c en 1d
Slide 10 - Quiz
Van wie krijg je de eindbeoordeling?
A
Werkplekbegeleider en loopbaancoach
B
Van de stagebegeleider
C
Van de loopbaancoach
D
Je eigen reflectie is leidend
