COM p2 referentiekader

Referentiekader
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Referentiekader

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke bril kijk jij?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 7 - Question ouverte

Wat je ziet, heeft te maken met je referentiekader; met de manier waarop je naar dingen kijkt

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent referentiekader?
A
Door wat je meemaakt in je leven maak je daarom bepaalde keuzes
B
Een voorbeeld uit je leven
C
Een rolemodel (voorbeeldpersoon)
D
Een les uit je leven.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
  • Waarden, normen
  • Opvoeding
  • Leefsituatie
  • Je werk
  • De media
  • Je vrienden
  • Hoe je geleerd hebt met elkaar om te gaan

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak en papier
Schrijf snel en in steekwoorden mee.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is jouw referentiekader?
Beschrijf in het kort hoe je bent opgevoed. Zijn je ouders streng met veel regels, laten ze je heel vrij of voeden ze je democratisch op (van allebei wat). (Socialisatie + nature vs. nurture)

Beschrijf of je in een dorp of een stad woont. Zet erbij wat je hiervan vindt. (sub)cultuur

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Daarbij ook..
Beschrijf wat jij belangrijk vindt in hoe mensen met elkaar om gaan. (Normen en waarden)

Heb je een baantje? Zo ja, waar werk je en hoe vind je dit? (sub)cultuur

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat nog meer?
Welke social media gebruik je? Hoe vaak gebruik je dit?

Met wie ga je het meest om? Met mensen van school of buiten school, met mensen die je kent van een sport of familie of ..... (sub)cultuur 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader = rugzak
Je presentatie/rugzak/moodbord voor communicatie is een beetje jouw referentiekader.

Je verteld wie jij bent, maar ook welke omgevingsinvloeden (cultuur) in je leven zijn geweest.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions