Les 5 Het Christendom ontstaat

2.4 Ontstaan v/h christendom
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.4 Ontstaan v/h christendom

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Welk tijdvak is dit?
Welke jaartallen horen hierbij?

Slide 2 - Diapositive

Planning
- Herhaling §2.3
- Uitleg
- Opdrachten maken

Slide 3 - Diapositive

Slaven
Bestuurders
Handelaren
Ambachtslieden
Legeraanvoerders
Mensen zonder vast werk
Mensen met veel grond

Slide 4 - Question de remorquage

Geloven in één god
  • In de veroverde gebieden mocht de bevolking haar eigen goden blijven vereren.

  • Ook in de Romeinse provincie Judea hielden mensen hun eigen geloof: jodendom.

Slide 5 - Diapositive

Geloven in één god
  • Bijzonder geloof, omdat:
  • monotheistisch geloof: geloven in één god.
  • heilige boeken.
  • eigen leefregels.
  • Geloofden in een verlosser.

Slide 6 - Diapositive

Het christendom
  • In de tijd van keizer Augustus leefde in Judea een Joodse man:
  • Jezus van Nazareth.

Slide 7 - Diapositive

Jezus van Nazareth
  • Vertelde aan de mensen dat ze menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn.
  • Hij vertelde ook over de hemel.

Slide 8 - Diapositive

Het christendom
  • Sommige Joden zagen Jezus als de verlosser, gestuurd door God, en volgden hem.
  • Ze gaven Jezus de naam Christus (gezalfde/koning)
  • Noemden zich christenen

Slide 9 - Diapositive

Het christendom
  • Zo ontstond er een nieuw geloof: het christendom.
  • Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker: bedreiging voor hun positie.

Slide 10 - Diapositive

Het christendom
  • Ze klaagden over Jezus bij de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
  • Jezus werd gearresteerd en gekruisigd.

Slide 11 - Diapositive

Vijf kenmerken christendom
  • Christenen geloven in één god.
  • Verhalen over Jezus en zijn ideeen staan opgeschreven in het heilige boek: de Bijbel.
  • Tien leefregels, zoals niet stelen, liegen.
  • Geloof in een eeuwig leven na de dood.
  • Christenen komen samen in een kerk om te bidden.

Slide 12 - Diapositive

Het christendom
  • Christenen reisden door het Romeinse rijk om over hun geloof te vertellen.
  • Vooral bij de armen sloeg de boodschap van Jezus aan: uitzicht op een beter leven na de dood.

Slide 13 - Diapositive

Romeinen en het christendom
  • In het begin zagen de Romeinse bestuurders de christenen als een ongevaarlijke Joodse groep.
  • Dit veranderde toen steeds meer mensen zich bekeerden.
  • Daarbij weigerden christenen om de Romeinse keizer als god te vereren.
  • Het christendom werd verboden en de christenen vervolgd.

Slide 14 - Diapositive

Vervolgingen
  • Onder keizer Nero begonnen (54 - 68).
  • Christenen werden gekruisigd, verbrand en voor de leeuwen gegooid.

Slide 15 - Diapositive

Vervolgingen
  • Het aantal christenen nam toch toe.
  • Keizer Constantijn stopte in 313 met de vervolgingen.
  • Het christendom was weer toegestaan.

Slide 16 - Diapositive

Keizer Constantijn
  • Liet kerken bouwen.
  • Benoemde christenen in bestuursfuncties.
  • Ging zelf ook als christen leven.
  • Na zijn dood werd het christendom steeds belangrijker.
  • Eind 4e eeuw verklaarde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst: christendom was verplicht en andere geloven verboden.

Slide 17 - Diapositive

Welke Romeinse keizer liet de christenen heftig vervolgen?
timer
0:20
A
Theodosius
B
Constantijn
C
Nero
D
Augustus

Slide 18 - Quiz

Keizer Nero en de christenen
timer
0:20
A
Hij zette alle christenen gevangen
B
Gebruikte ze als tuinverlichting
C
Moesten als slaaf werken in zijn paleis
D
Hij stuurde alle christenen terug naar Israël

Slide 19 - Quiz

In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.
timer
0:20
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Het belangrijkste boek voor christenen:
timer
0:20
A
Bijbel
B
Koran
C
Oude Testament
D
Thora

Slide 21 - Quiz

Welke kenmerken passen bij het Romeinse Rijk? 
Het zijn er vijf in totaal. 
Romeinse Rijk
democratisch stelsel
elk gebied een eigen cultuur
Germaanse cultuur
een groot sterk leger
twee koningen
geld als ruilmiddel
oligarchie
centrum van bestuur
jager-verzamelaars
centrum van handel
Olympische spelen
koloniën
goede infrastructuur
Carthago als hoofdstad

Slide 22 - Question de remorquage

Welke godsdienst bestond het eerst?
A
Jodendom
B
Islam
C
Christendom

Slide 23 - Quiz

Waarom werd Jezus gekruisigd(aan het kruis gehangen)?
A
Omdat hij oorlog wilde met de Romeinen.
B
Omdat hij in God geloofde.
C
Omdat hij erg veel aanhangers kreeg.
D
Omdat hij ruzie kreeg met een Romein.

Slide 24 - Quiz

Het Jodendom en het Christendom hebben iets in gemeen... ze zijn monotheïstisch, wat betekent dat?

Slide 25 - Carte mentale

Geef zo veel mogelijk kenmerken van het Christendom.

Slide 26 - Carte mentale