Havo 3, le 13 décembre

Bonjour! Aujourd'hui, c'est:
le 13 décembre: Vendredi VIOLET
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bonjour! Aujourd'hui, c'est:
le 13 décembre: Vendredi VIOLET

Slide 1 - Diapositive

Vendredi violet
Aujourd'hui: on fête vendredi violet

Hier een paar weetjes over de stand van zaken rond LHBTIQA+ in Frankrijk.

Slide 2 - Diapositive

Le mariage homosexuel
Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk toestond. 
In Frankrijk heeft dit langer geduurd en mogen mensen van hetzelfde geslacht trouwen en kinderen adopteren sinds 2013.
2 jaar eerder in 2011 stemde het Franse parlement hier nog op tegen.

Slide 3 - Diapositive

Les lois trans
In Frankrijk is het mogelijk om je geslacht te veranderen van M naar V en andersom. 
Vroeger werd transseksualiteit als een ziekte gezien, maar in 2009 was Frankrijk het eerste land dat transseksualiteit niet meer als ziekte beschouwde.

Slide 4 - Diapositive

Les pronoms non-binaires/neutres
Non-binaire personen kunnen in het Frans uit verschillende aanspreekvormen kiezen. 
Veel non-binaire personen willen aangesproken worden met iel of yel: een combinatie van de woorden il (hij) en elle (zij)
Mensen die zich niet als man en niet als vrouw identificeren kunnen er ook voor kiezen om te willen worden aangesproken met ul, ol, ael, im, em, ille of el. 


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Les animaux

Slide 7 - Diapositive

Je suis un....
A
chien
B
chat
C
canard
D
un lapin

Slide 8 - Quiz

Je suis.....
A
un cochon
B
un cochon d'Inde

Slide 9 - Quiz

les animaux
des oiseaux
un chat
un chien
un éléphant
un poisson
une tortue

Slide 10 - Question de remorquage

Le vocabulaire de la maison

Slide 11 - Diapositive

C'est quoi?
A
le jardin
B
le salon
C
la chambre
D
la cuisine

Slide 12 - Quiz

Comment on dit "de woonkamer"?
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

C'est quoi?
A
Une chambre
B
Un salon
C
Une salle de bains

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

C'est quoi?
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

Traduis les phrases
Vertaal de zinnen

Slide 17 - Diapositive

Traduis:
Comment elle s'appelle?
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Traduis:
On aime regarder la télé
timer
1:00

Slide 19 - Question ouverte

Traduis:
Tu as des frères et des soeurs?
A
Heb jij neefjes en nichtjes?
B
Heb jij ooms en tantes?
C
Heb jij een broer en een zus?
D
Heb jij broers en zussen?

Slide 20 - Quiz

Traduis:
Parfois, elle est pénible
A
Soms is ze schattig.
B
Soms is ze vermoeiend.
C
Soms is ze lastig.
D
Soms is ze lief.

Slide 21 - Quiz

Grammaire

Slide 22 - Diapositive

Vervang "Paul" door een persoonlijk naamwoord:Paul est français.
timer
0:35

Slide 23 - Question ouverte

Paul et Magalie sont frères et soeurs.
.............zijn broer en zus.
A
Elles
B
Ils
C
Elle
D
Il

Slide 24 - Quiz

Magalie est très grande.
...... est très grande.
timer
0:25

Slide 25 - Question ouverte

Wat is l'adjectif qualificatif?

Slide 26 - Carte mentale

Waar staat het bijvoegelijk naamwoord in een franse zin?

Slide 27 - Question ouverte

Welke bijvoegelijk naamwoord staan altijd voor het z.n.?
timer
1:00

Slide 28 - Question ouverte

Welke zin klopt?

A
La maison est grandes.
B
La maison est grande

Slide 29 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Mon frère est petits.
B
Mon frère est petite.
C
Mon frère est petit.

Slide 30 - Quiz

Vertaal:
De nieuwe hond
timer
0:30

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal:
Het blauwe huis
timer
0:30

Slide 32 - Question ouverte

Wat kan je deze les verder doen?
  • Huiswerk nakijken m.b.v. mevrouw Remerie
  • lezen pagina 82 en maken 29 en 30 en 32
  • Francofolies afmaken

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive