2.5 Verandering in Nederlandse steden

§2.5 Verandering in Nederlandse steden
timer
1:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§2.5 Verandering in Nederlandse steden
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BELANGRIJK!!!
Focus ligt deze les op:
  • Aantekeningen!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis §2.4

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een agglomeratie?
A
Stad waar meestal de regering van een land gevestigd is
B
Stad die de omliggende dorpen opgeslokt heeft.
C
Een stad die veel groter en belangrijker is dan de tweede stad van het land
D
Een gebied waarin de omringende plaatsen met de stad verbonden zijn

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse stad is opgebouwd;

  • Je begrijpt hoe probleemwijken in steden kunnen ontstaan;

  • Je kunt oplossingen aandragen voor problemen in steden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opbouw van een stad & Arme stad


Samen lezen!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw Nederlandse stad
  1. Binnenstad
  2. 19e eeuwse wijken
  3. Hoogbouw-wijken
  4. Laagbouw-wijken
  5. Vinex-wijken 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suburbanisatie
Trek uit de stad naar omliggende gebieden.
Hierdoor zijn er probleemwijken ontstaan in de stad.
Bijlmermeer

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke wijken zijn als laatste gebouwd?
En welke als eerst?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken probleemwijk


Voornamelijk hoogbouwwijken
Slechte leefbaarheid door:
  1. goedkope en slechte woningen
  2. rommelige straten
  3. soms aan de criminaliteit

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vernieuwing van de stad
Samen lezen!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefbaarheid verbeteren
  1. Werk of opleiding helpen vinden;
  2. Meer politie;
  3. Renovatie (opknappen van gebouwen);
  4. Herstructurering (indeling van een stad veranderen).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan 4 wijkkenmerken. Kies 1 van de 4 kenmerken die hoort bij een probleemwijk.
A
vrijstaande huizen
B
rijtjeshuizen
C
sociale huur
D
koophuizen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies nu het andere kenmerk dat ook hoort bij een probleemwijk.
A
vrijstaande huizen
B
rijtjeshuizen
C
sociale huur
D
koophuizen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk kenmerk hoort niet
bij de bewoners van probleemwijken?

A
Praktische opleiding
B
Hoogopgeleid
C
Laag betaalde baan
D
Hebben vaak een migratieachtergrond

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie wonen er vooral in hoogbouwwijken?
A
mensen met een lager inkomen
B
mensen met een gemiddeld inkomen
C
mensen met een hoger inkomen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Renovatie
B
Herstructurering

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de soort wijk op de foto?
A
Laagbouwwijk
B
Binnenstad
C
Hoogbouwwijk
D
VINEX-wijk

Slide 20 - Quiz

Kenmerken op de foto die je kunt herkennen bij een hoogbouwwijk zijn:
  • Een appartementengebouw
  • Verwaarlozing
Renovatie is...
A
Huizen opknappen
B
Huizen slopen
C
Slecht onderhouden huizen
D
Goed ouderhouden huizen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vier manieren zijn er ook alweer om de leefbaarheid in probleemwijken te verbeteren?
timer
2:00

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

HUISWERK
Opdracht 2.

Klaar?
  • Nakijken;
  • Iets voor jezelf in stilte...
timer
15:00
Samenwerken:
- Met fluisterstem OF op de gang!
- Maximaal 2 leerlingen;
- Vind ik dat het niet gaat? Kom je terug en werk je alleen!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende keer: §2.5 af!
2B/2C:
Volgende week: Oefentoets LessonUp & Herhalingsopdrachten!
Over twee weken: Aardrijkskunde Toets H2!

2D:
Volgende week: openboektoets H2!
Over twee weken: Oefentoets LessonUp & Herhalingsopdrachten!
Over drie weken: Aardrijkskunde Toets H2!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions