Unit 4 Canada

Unit 4 Canada
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Unit 4 Canada

Slide 1 - Diapositive

Maak de opdracht in Word
Zet de woorden in de juiste zin en vertaal. Kies uit:
microfoon - ontbijt - wolk - huilen - wond
1. There is not a single .... in the sky!
2. My .... hurts very much.
3. For .... I eat cornflakes. 
4. My mother and I always .... when we watch the Titanic.
5. People hear you better through a ....

Slide 2 - Diapositive

Vertaal naar het Nederlands:
musician

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
recording

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
order

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
forecast

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
terrible

Slide 7 - Question ouverte

live -> ....
A
liveing
B
living

Slide 8 - Quiz

run -> ....
A
running
B
runing

Slide 9 - Quiz

Maak de opdracht in Word
1. latest
2. microphone
3. voice
4. meal
5. tasty
6. vegetarian

7. blow
8. thunder
9. dry
10. advice
11. ill
12. appointment

Slide 10 - Diapositive

Vertaal naar het Engels:
Mijn vader is verkouden.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Jacob ziet bleek.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels:
Ik heb koorts.

Slide 13 - Question ouverte

TO BE GOING TO

Gebruik je als het gaat over een plan in de toekomst!
I am going to swim
I am not going to swim
Am I going to swim 
PRESENT CONTINUOUS

Gebruik je als het nu gebeurd.
I am swimming
I am not swimming
Am I swimming

Slide 14 - Diapositive

Tomorrow, I .... a zoo.
A
am visiting
B
am going to visit

Slide 15 - Quiz

Look outside! ....
A
It is raining
B
It is going to rain

Slide 16 - Quiz

Right now, she .... on a chair.
A
is sitting
B
is going to sit

Slide 17 - Quiz

We .... to France next year.
A
are traveling
B
are going to travel

Slide 18 - Quiz

Het gebeurd nu:
They .... at a party. (to dance)

Slide 19 - Question ouverte

Het gebeurd nu:
Miriam .... a story. (to write)

Slide 20 - Question ouverte

Het gebeurd nu:
My parents .... dinner. (not - to cook)

Slide 21 - Question ouverte

Het is een plan in de toekomst:
I .... the latest Drake album. (to buy)

Slide 22 - Question ouverte

Het is een plan in de toekomst:
My brother .... our parents. (to visit)

Slide 23 - Question ouverte

Het is een plan in de toekomst:
.... dinner together? (they - to have)

Slide 24 - Question ouverte

Let's get started!
1. Woordjes overschrijven
2. Elkaar de woordjes overhoren
3. Oefentoets online methode
4. Test jezelf online methode
5. Versterk jezelf online methode
6. Woordtrainer online methode
7. Extra uitleg docent

Slide 25 - Diapositive