Leçon 18

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programme 

pour la leçon 18

        Aujourd'hui (=vandaag) :

- Supplément, page 29: Corrigé exercices B + C

- De ontkenning van wederkerende werkwoorden

- Supplément, p.30: exercice D

- D’accord > Chapitre 2 > 2.2 > 2 + 3

- Rappel des nombres en français 4 + 5 + 7

Quizlet live 2-1 et 2-2

mercredi 13 avril

Wat ben je te weten gekomen over wat er afgelopen zondag in Frankrijk is gebeurd?

Les élections présidentielles en France

 

• En France, le président de la République change (=verandert) tous les cinq ans.
• Dimanche (=zondag), il y avait le premier tour des élections (=de eerste verkiezingsronde). 
• Dans deux semaines (=weken), il y a le second (=tweede) tour des élections. Les Français qui ont 18 ans choisissent (=kiezen) entre Emmanuel Macron et Marine Le Pen.

Supplément p.29

Corrigé des exercices B et C

EN DE ONTKENNING

Welke woorden gebruik je voor ontkenning in het Frans?

Deel 2

De wederkerende werkwoorden in de présent + ontkenning

2. ontkenning

Je ne me réveille pas à sept heures et demie.

Ik word niet wakker om half acht.

De ontkenning in de présent

persoonlijke voornaamwoord + ne + wederk. vnw. + persoonsvorm + pas: 

Je ne me couche pas

Tu ne te couches pas

Il/Elle/On ne se couche pas

Nous ne nous couchons pas

Vous ne vous couchez pas

Ils/Elles ne se couchent pas

Des questions?

Supplément

Faire l'exercice D page 30

Welke informatie heb je gevonden over Yannick Noah?

1. Lees "la fiche d'identité" van Yannick Noah.                            
2. Heb je iets nieuw over hem geleerd?

Compréhension orale

D’accord > Chapitre 2 > 2.2 > 2 + 3

Les nombres en français

Tientallen

• 10 = dix
• 20 = vingt
• 30 = trente
• 40 = quarante
• 50 = cinquante
• 60 = soixante

vanaf 70...... 

• 70 = soixante-dix => 60+10
• 80 = quatre-vingt => 4x20
• 90 = quatre-vingt-dix => 4x20+10

Wat moet je weten.... 

• 1 t/m 20
• tientallen
• -1 --> ET (71 = soixante-et-onze), behalve bij 81/91
• -2t/m- 9 --> - (72 = soixante-douze)
• 100 = cent -->  deux cents
• 1000 = mille (--> nooit een s!)
• "S" gaat weg zodra er wat achter komt!                              => Bijv.: 213 = deux cent treize

Compréhension orale

D’accord > Chapitre 2 > 2.2 > 4 + 5 + 7

Quizlet live 2-1 et 2-2

Les devoirs jeudi 14 avril :

Apprendre/Leren:

• Supplément p.30: de ontkenning voor de wederkerende werkwoorden
• Quizlet 2-3 NL=>FR maar ook 2-1 en 2-2