Les 5 & 6_soorten fictie_personages_tijd

Welkom klas!

Startklaar maken

- Telefoon in de telefoontas (naast bord).

- Schoolspullen op tafel: schrift + etui, KERN boek, Plenda, jeugdboek.

- Binnen = stil beginnen met lezen!

Binnen = stil beginnen lezen

Wat gaan we doen?

Les 1

- Uitleg + aantekeningen maken.

- Oefenen met lesstof.

Les 2

- Uitleg + aantekeningen maken.

- Oefenen met lesstof.

2. Uitleg + aantekeningen maken

Welke spullen heb je nodig?

- Schrift + pennen. 

Hoe maak je aantekeningen?

• Onderwerp: les NL - fictie begrippen.
• Datum: 9 september 2024
  

2. Aan de slag!

Wat?	a. Lees de tekst op bladzij 36 van KERN b. Maak vraag 12, 13 en 14
Tijd?	10 minuten. Daarna nakijken
Klaar?	Maak vraag 9, 10, 11

a. Werk in tweetallen.

b. Schrijf de titel op in je schrift.

c. Zet het juiste begrip erachter.

Korte pauze

>> Je mag naar de wc

>> iets eten of drinken. 

2. Uitleg + aantekeningen maken

Welke spullen heb je nodig?

- Schrift + pennen. 

Lesdoelen

Je leert welk soort personages voorkomen in verhalen.

Je herkent deze personages en kunt voorbeelden geven.​

Je kunt vertellen hoe de schrijver spanning creëert in een verhaal door middel van tijd. ​

Hoe maak je aantekeningen?

• Onderwerp: les NL - fictie begrippen.
• Datum: 9 september 2024
  

2. Aan de slag!

Wat?	a. Lees de tekst op bladzij 36. b. Beantwoord de vragen: - Denk je dat Connor een karakter of type is? Leg uit waarom. - Geef informatie over Connors uiterlijk en innerlijk. Je mag dit ook verzinnen! - Hoe zou de schrijver spanning met tijd kunnen creëren in dit boek denk je?
Tijd?	10 minuten. Daarna nakijken
Klaar?	Lees in je jeugdboek.