Paragraaf 1.5 Part 1

WELCOME
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

WELCOME

Slide 1 - Diapositive

Present simple
He ..... (to call) me each week.
timer
0:20
A
call
B
calls

Slide 2 - Quiz

Goals
At the end of this lesson...
  • I know how to use the Presen Simple.

Slide 3 - Diapositive

For today's lesson: 
  • Herhaling wederkerende voornaamwoorden.
  • Uitleg Present Simple 

Slide 4 - Diapositive

Proefwerk Unit 1
Woensdag 20 Oktober Les 1
Neem Laptop mee!
Leer alle woorden, zinnen en grammatica van Unit 1 Lesson 2 t/m 5

Blauwe pagina's Bladzijde 39 t/m 45

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk

Paragraaf 1.4 Opdracht 9 t/m 13
Paragraaf 1.5 Opdracht 1 t/m 4


Slide 6 - Diapositive

3

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

00:10
Wanneer gebruik je de Present Simple?
timer
0:15
A
Verleden tijd en Toekomst
B
Feiten, Gewoontes, regelmaat

Slide 9 - Quiz

00:56
Hoe heet dit ezelsbrugtje?
timer
0:20

Slide 10 - Question ouverte

01:24
Maak de present simple
Frank ____ (to try) to be cool.
timer
0:20

Slide 11 - Question ouverte

Waneer gebruik je de present Simple?
  1. Feit (Gras is groen; Grass is green)
  2. Gewoonte (Ik ga altijd lopen naar school; I always walk to school)
  3. Regelmaat (iedere dinsdag ga ik voetballen; Every tuesday I go play football) 

Slide 12 - Diapositive

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op. 

Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je een vragende zin (+) 
de Present Simple?
Do I drink?
Do you drink?
Does he drink?
Does she drink?
Does It drink?
Do we drink?
Do they drink? 
Do you drink?

Regel:
Schrijf do/does + onderwerp +  het hele werkwoord

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Let op! Schrijf de -s maar 1x!
             Does he drinks?
             Does she drinks?
             Does It drinks?


             Does he drink?
             Does she drink?
             Does It drink?

Bij vraagzinnen staat al een -s in het woordje does. Je schrijft hier dus geen s achter het hele werkwoord.

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Maak de volgende zin vragend:
Peter likes to work.

Slide 18 - Question ouverte

Present Simple: Ontkennend

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Hoe maak je een ontkennende zin (-) 
de Present Simple?
I don'tdrink
You don't drink                      
He doesn't drink
She doesn't drink         
It doesn't drink              Let op: Schrijf de s maar 1x
We don't drink
They don't drink
You don't drink

Regel
Schrijf het onderwerp + don't /doesn't + het hele werkwoord

Slide 21 - Diapositive

Maak de volgende zin ontkennend:
They talk a lot.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk

Paragraaf 1.5 Opdracht 5 t/m 9


Slide 24 - Diapositive