SA Herhaling H3 en H4_2024

H3 & H4 Systeem Aarde
De atmosfeer
Warmtetransport wind en zeestromen
Natuurlijke landschapzones
Verandering door menselijke activiteiten
Natuurgeweld in de Verenigde Staten
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H3 & H4 Systeem Aarde
De atmosfeer
Warmtetransport wind en zeestromen
Natuurlijke landschapzones
Verandering door menselijke activiteiten
Natuurgeweld in de Verenigde Staten

Slide 1 - Diapositive

Uit welke 4 sferen bestaat de atmosfeer?

Slide 2 - Question ouverte

0

Slide 3 - Vidéo

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
gras
B
Bos
C
Woestijn
D
Ijs en sneeuw

Slide 4 - Quiz

Wind waait altijd van laag naar hoog
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Ik weet heel goed wat het corioliseffect is en ik kan dit uitleggen
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

De ITCZ ligt in januari op het zuidelijk halfrond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

ITCZ

Slide 9 - Diapositive

Welke vier factoren zijn van invloed op de temperatuur?

Slide 10 - Question ouverte

Landschapzones

Tropische zone

Aride zone

Subtropische zone

Gematigde zone

Boreale zone

Polaire zone


Slide 11 - Diapositive


Welke afkorting van Köppen hoort bij dit klimaat?
A
BS
B
BW
C
Dw
D
EH

Slide 12 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df

Slide 13 - Quiz

Invloed van de mens op de landschappen

Menselijke activiteiten kunnen het natuurlijk landschap aantasten; er is dan sprake van landdegradatie:

- Verwoestijning;

- Overbeweiding;

- Bodemerosie;

- Verzilting

Slide 14 - Diapositive

Verzilting kun je voorkomen door drainage.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Van welk proces is sprake op de foto?
A
verzilting
B
Isolatie
C
verwering
D
verwoestijning

Slide 16 - Quiz

Welke uitspraken zijn juist?
A
Geulerosie is het gevolg van afspoeling van water van hellingen
B
In een gebied met landdegradatie is de productie van voedsel en hout afgenomen
C
Bij duurzaam grondgebruik is er een evenwicht tussen het gebruik door de mens en de mogelijkheden van de aanwezige natuurlijke hulpbronnen
D
Verzilting kan een van de oorzaken zijn van landdegradatie

Slide 17 - Quiz

In Californië hebben ze voornamelijk last van......
A
Tsunami's
B
Tornado's
C
Orkanen
D
Aardbevingen

Slide 18 - Quiz

De type plaatbreuk in Californië:
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
D
Avergent

Slide 19 - Quiz

Orkanen zijn:
A
Endogene factoren
B
Exogene factoren

Slide 20 - Quiz

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1

2

3

4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht boven is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.

Slide 21 - Question de remorquage

Rampenbestrijding

3 onderdelen bij rampenbestrijding:
  • waarschuwingssysteem -> mensen op tijd evacueren
  • bouwkundige maatregelen -> stevige huizen bouwen 
  • rampenplan maken
  • risicoperceptie = hoe beleef je de ramp
Hazardmanagement --> het nemen van maatregelen.

Slide 22 - Diapositive

In de Verenigde Staten komen zowel orkanen als tornado’s voor.

Welk uitspraak hoort bij 'orkanen'?
A
ontstaan boven land
B
duren meestal niet langer dan een uur
C
kunnen enkele honderden kilometers in doorsnede zijn
D
Geen van de genoemde uitspraken hoort bij 'een orkaan'

Slide 23 - Quiz

Een oude examenvraag: Er worden twee uitspraken gedaan over het ontstaan van orkanen.

Uitspraak 1: een orkaan is een groot gebied van lage luchtdruk.

Uitspraak 2: orkanen komen in de Verenigde Staten vooral voor in de
maanden februari tot en met mei.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraaak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 24 - Quiz

Leertips
1. Bedenk bij elke paragraaf wat de hoofd- en bijzaken zijn
(gebruik hiervoor de deelvragen bij elke paragraaf)
2. Stel jezelf vragen over de stof
3. Neem je opdrachten nog een keer door, maak ze opnieuw en check of je alles goed nagekeken hebt

4. Maak extra opdrachten/examentraining

Slide 25 - Diapositive

Antwoord geven (toets)vragen
1. Onderstreep belangrijke woorden vraag. 
2. Check hoeveel punten een vraag is. 
3. Herhaal de vraag in je antwoord. 
4. Checken! (signaalwoorden/punten)

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken toetsweek
Ik kom langslopen voor check handelingsdeel

Leren voor toets
Samenvatten/mindmappen
Overhoren
Proeftoetsen maken
Vragen stellen


Slide 27 - Diapositive