Klas 2BK1 - Lesweek 6 - Les 2 (les 1 is vervallen)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Kapitel 5: Essen

• Mobieltjes en oortjes in je tas 

(niet in je zak).

• Je zit op je eigen plaats.
  
• Op tafel liggen je:
  

Boek

Schrift

Etui

Afspraken

- Luisteren naar elkaar.

- Niet door de klas schreeuwen.

- Aardig zijn voor elkaar.

Regels

- Bij binnenkomst, je spullen klaarleggen op tafel.

- Is de deur dicht en sta ik voor het bord, dan is het stil en ga ik beginnen.

- Aan het einde van de les geef ik aan dat je je spullen mag inpakken.

Was macht ihr Heute?

- Wortschatz

- Hausaufgaben kontrolieren

- Sehen

Lernziele

Was lernt ihr Heute?

- Je leert dat je weekend eerder begint wanneer je je huiswerk af hebt.

- Je maakt kennis met de woorden van de Lernliste N-D

- Je maakt kennis met de woorden van de Lernliste D-N A Sehen.

- Je kunt vragen over het Duitse jeugdjournaal beantwoorden.

Kapitel 5 / Essen

Ӧffne dein Buch auf Seite 162.

Wir lesen zusammen die Lernliste N-D 

(die linke Reihe).

 

Direct meeleren:

Lidwoorden (der, die, das)  

Meervoudsvorm erbij (der Gabel – die Gabel).

Umlaut 

Zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter 

 

Kapitel 5 / Essen

Ӧffne dein Buch auf Seite 162.

Wir lesen zusammen die Lernliste D - N: A Sehen.

Ik lees voor en vraag aan iemand uit de klas waar het zinnetje over gaat (vertaling)

 

 

Hausaufgaben 

Hausaufgaben 

Je kijkt je eigen huiswerk na (Aufgabe 3, 4, 5)

Ander kleur pen.

Antwoorden verschijnen op het bord.

Ik loop rond om te helpen en check of het huiswerk af is.

Je hebt 5 minuten de tijd.

Niet af? Vanmiddag om 14.15 uur in de kantine. 

Je maakt daar je huiswerk en krijgt een extra opdracht.

Klaar? Begin alvast aan je huiswerk voor volgende week.

Hausaufgaben 

Aufgabe 3

1. de friet = 

die Pommes

2. heet = heiß

3. de vis = der Fisch

4. het brood = 

das Brot

5. het fruit = das Obst

6. het ijs = das Eis

Aufgabe 4

1. der Löffel, die Löffel

2. die Gabel, die Gabeln

3. das Brot, die Brote

4. das Glas, die Gläser

5. das Restaurant, die Restaurants

6. das Messer, die Messer

Aufgabe 5

het brood = das Brot

het vlees = das Fleisch

Aufgabe 5

de schnitzel = das Schnitzel

het fruit = das Obst

de groente = das Gemüse

de sla = der Salat

de cola = die Cola

de thee = der Tee

de vis = der Fisch

de soep = die Suppe

de aardappels = die Kartoffeln

het ijs = das Eis

Logo sehen

Beloofd -> niet niet de kijkopdracht uit het boek.

Duitse jeugdjournaal.

Alles verstaan is niet nodig om te kunnen volgen waar het over gaat.

Tijdens het kijken -> eenvoudige vragen beantwoorden.

Maar eerst: aantal belangrijke woorden.  

www.zdf.de

Hausaufgaben 

Lernen

Blz. 130 -> Grammatik A

+ herhalen Lernliste Ne - Du + Lernliste Du - Ne / A Sehen

Machen

Blz . 107 -> Aufgabe 13 (onderstreep je antwoord in de tekst)

Blz. 113 -> Aufgabe 19 + 20

Vond je het vandaag best lastig?

Tip! Leer eerst en maak dan de opdrachten.

Kapitel 4	Kapitel 5
Lernen: Lernliste N - D (Tiere) Grammatik -> sein -> haben -> werkwoord tegenwoordige tijd (ESTTENTEN) SO op vrijdag 14 oktober.	Machen: Seite 137 Aufgabe 6, 7 und 8

Woensdag 

-> oefenen voor het SO van vrijdag 14 oktober