Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Oefentoets
Psychische ziektebeelden
Slide 1 - Diapositive
Wat is de DSM V?
Slide 2 - Question ouverte
Welke onderstaande reden is onjuist voor het gebruik van de DSM V?
A
De communicatie tussen therapeuten wordt makkelijker.
B
Het helpt bij het opzetten van een behandelplan.
C
Om een diagnose te stellen.
D
Het is nuttig op het gebied van onderzoek.
Slide 3 - Quiz
Noem 2 stemmingsstoornissen
Slide 4 - Question ouverte
Welke kenmerken zijn aanwezig bij een manie?
A
Heeft negatieve gedachten en afname van gewicht.
B
Weinig praten, maar als er gepraat wordt, dan is dat fantasierijk.
C
Veel slapen en overdag actief
D
Overlopen van energie of juist erg prikkelbaar zijn.
Slide 5 - Quiz
Bij welke stoornis hoort deze omschrijving: 'een stoornis waarbij iemand andere gedachten, gevoelens en gedragingen vertoont, dan passend binnen de cultuur.'
A
Stemmingsstoornis
B
Psychotische stoornis
C
Persoonlijkheidsstoornis
D
Neurocognitieve stoornis
Slide 6 - Quiz
A. Wat is een andere term voor de dwangmatige persoonlijkheidsstoornis? B. Leg uit wat deze stoornis inhoudt.
Slide 7 - Question ouverte
Welke persoonlijkheidsstoornissen horen bij cluster B, de lastpakken?
Slide 8 - Question ouverte
Welke persoonlijkheidsstoornissen ken je nog meer (naast die al bij vraag 7 en 8 genoemd werd)?
Slide 9 - Question ouverte
Waarom lopen mensen met een gegeneraliseerde angststoornis vaak vast in hun werk?
Slide 10 - Question ouverte
Welke kenmerken horen bij een psychose?
Slide 11 - Question ouverte
Op welke manieren kun je met angst omgaan?
Slide 12 - Question ouverte
Welke neurocognitieve stoornissen ken je?
Slide 13 - Question ouverte
Noem twee oorzaken van de ziekte van Alzheimer.
Slide 14 - Question ouverte
Hoe kun je het beste met een cliënt omgaan die dementerend is?
A
Meegaan in een verhaal.
B
Overnemen van taken
C
Benoemen dat je het net hebt gezegd.
D
De ander wijzen op de afspraken die gemaakt zijn.
Slide 15 - Quiz
Onder welke overkoepelende stoornissen valt ASS?
A
Stemmingsstoornissen
B
Pervasieve stoornissen
C
Psychotische stoornissen
D
Angststoornissen
Slide 16 - Quiz
Bij welke stoornissen is iemand bang om afgewezen of afgekeurd te worden?