Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Diapositive

Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.

Er zijn veel verschillende leestekens.

Slide 2 - Diapositive

Regels over leestekens
Punt 
einde van een zin
De hond is moe. 
Vraagteken
eind van een vraagzin
Is de hond moe?
Uitroep-teken
einde van een zin met extra nadruk
De hond is moe!

Slide 3 - Diapositive

Leestekens - vervolg
Komma
1. tussen 2 persoonsvormen
2. tussen een opsomming
3. na een naam of uitroep (begin van een zin)
4. voor voegwoorden omdat, terwijl, nadat, toen, want
1. Nadat Mart zijn boek had uitgelezen, schreef hij direct zijn fictiedossier. 
2. Ik heb 3 kleuren; blauw, rood en groen. 
3. Lianne, help me even.  
4. Hij is blij, want hij heeft een miljoen gewonnen. 

Slide 4 - Diapositive

Leestekens

Slide 5 - Diapositive

Leestekens

Slide 6 - Diapositive

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Feestdagen en merknamen schrijf je met een hoofdletter. 


  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 7 - Diapositive

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 8 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 9 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
titanic
B
Titanic

Slide 10 - Quiz

Er staan geen leestekens in de zin. Schrijf de zin op met leestekens.
ik hou niet van appeltaart zei ik

Slide 11 - Question ouverte

Achter welk woord moet een komma? Sleep dat woord naar de komma
Komma
Piet 
kun
jij
de
vaatwasser
uitpakken

Slide 12 - Question de remorquage

Waar in de zin moet de komma komen te staan?
Sleep de komma naar de juiste plek.
Kijk die eekhoorn is nootjes aan het verzamelen.
,

Slide 13 - Question de remorquage

Waar in de zin moet de komma komen te staan?
Sleep de komma naar de juiste plek.
Ik ga naar binnen want ik heb het koud.
,

Slide 14 - Question de remorquage

En nu?
1. Je kan aan de slag gaan met de opdrachten uit module 2 weektaak 3 - opdracht 1 en 3 van Spelling H1.

2. Je kan het huiswerk van vorige week nakijken - antwoorden staan op Teams bij module 2. 

Slide 15 - Diapositive