4.2 Elektrische energie deel 1

4.2 Elektrische energie
Deel 1
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.2 Elektrische energie
Deel 1

Slide 1 - Diapositive

timer
0:45
Energie?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen 4.2 Elektrische energie
  • Duurzame en niet-duurzame energiebronnen, verschillende vormen van energie. 
  • Voorbeelden noemen van energie-omzettingen.
  • Het symbool en de eenheid van energie:
    E in Joule (J)
  • Uitleggen wat met het vermogen van apparaten wordt bedoeld.
  • Het symbool en de eenheid van vermogen kunnen noemen.
  • Je kan rekenen met de formule P = U · I. 
  • Het typeplaatje van een apparaat uitleggen.
  • Uitleg kunnen geven bij de eenheid kWh
  • Je kan rekenen met de formule E = P · t. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Omzetten van energie
Elektrische energie kun je omzetten in licht, warmte of beweging.

Slide 5 - Diapositive

Energie meten
Het symbool van Energie is E
De eenheid van Energie is Joule (spreek uit als zjoel)
Het symbool is J, kJ (kilojoule), MJ (megajoule)

1 kJ = 1000 J                                                                  James Prescott Joule
1 MJ = 1.000.000 J


1 J = 1 W x 1 sec

Slide 6 - Diapositive

Vermogen
Vermogen = hoeveelheid elektrische energie dat een apparaat per seconde verbruikt.
Het symbool voor vermogen is P van het Engelse woord voor vermogen, power. 
De eenheid van vermogen is watt (W).


Een vermogen van  1 W is evenveel als 1 Joule/seconde. 

Slide 7 - Diapositive

4 stappenplan
Stap1
Wat moet ik uitrekenen?
Welke formule heb ik nodig?
1
Stap2
Welke gegevens heb ik nodig?
2
Stap3
Vul de gegevens van stap 2 in de formule van stap 1.
3
Stap4
- Controleer je antwoord van stap 3
- Grootheid = antwoord + eenheid
4

Slide 8 - Diapositive

Energie meten
Voorbeeld:
Een elektrisch kacheltje heeft een vermogen (P) van 800 W en staat 20 minuten aan.
Hoeveel Joule elektrische  energie is er omgezet in warmte?


Slide 9 - Diapositive

Een elektrisch kacheltje heeft een vermogen (P) van 800 W en staat 20 minuten aan.
Hoeveel elektrische energie is er omgezet in warmte?
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Energie meten
Formule: J = W x s

Gegeven
W = 800
s = 20 x 60


Gevraagd
J

Oplossing: J = W x sec = 800 x 20 x 60 = 960.000 J

Slide 11 - Diapositive

Typeplaatjes
Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje

Het vermogen geeft aan wat een apparaat kan.
Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. 

Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer energie het apparaat gebruikt en kost om het te gebruiken.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat. Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.

Slide 12 - Diapositive

Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
E
I
U
P

Slide 13 - Question de remorquage

Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
J
A
V
W

Slide 14 - Question de remorquage

Een lamp heeft een vermogen van 100 W en staat op een avond 3,5 uur aan.
Bereken de omgezette hoeveelheid elektrische energie.

Slide 15 - Question ouverte

Energie meten
Formule: J = W x s

Gegeven
W = 100
s = 3,5 x 60 x 60


Gevraagd
J

Oplossing: J = W x sec = 100 x 3,5 x 60 x 60 = 1.260.000 J

Slide 16 - Diapositive

Theorievragen
Maken:
 H4 vragen 1 t/m 6 blz. 35 - 36 opdrachtenboek deel 2b

Slide 17 - Diapositive