3.2 Zien deel 2

Het oog
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het oog

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 

Slide 2 - Diapositive

Op het plaatje zie ik
A
Een schakelzenuwcel
B
Een gevoelszenuwcel
C
Een bewegingszenuwcel
D
Een hersencel

Slide 3 - Quiz

Als iemand zijn hand op mijn schouder legt en ik wil mijn hoofd omdraaien. Via welke stapjes gaat dit signaal dan? Gebruik de woorden: impuls, prikkel, bewegingszenuwcel, bewust worden, gevoelszenuwcel en schakelcel

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Bij zeer weinig licht, worden dan de staafjes of de kegeltjes geprikkeld?
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Wat staat er op het programma?
- Herhalen onderdelen oog
- Werkboek open: Rijk, Julian, Koert, Jaafar, Jabir
- Pupilreflex
- Hoe werkt de lens

Slide 9 - Diapositive

wat moet je weten van het oog
- Wenkbrauw 
- Wimper 
- Traanklier
- Traanbuis
- Oogspier
- Harde oogvlies
- Hoornvlies
- Vaatvlies
- Iris; met kringspieren en lengtespieren
- Pupil
- Lens ; accomoderen
- Glasachtig lichaam
- Netvlies; met gele en blinde vlek
- Oogzenuw 
- Liging en functie van staafjes en kegeltjes 

Slide 10 - Diapositive

Sleep de namen naar het juiste nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vaatvlies
Harde oogvlies
netvlies
lens
hoornvlies
iris
oogzenuw
oogspieren
glasachtig lichaam

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Bij fel licht wordt de pupil:
A
Wijder
B
Nauwer

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Kunnen we op de gele plek het scherpst of het minst scherp zien?
A
Het scherpst
B
Het minst scherp

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bijziend

Slide 24 - Diapositive

Verziend

Slide 25 - Diapositive

Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Ik heb de stof begrepen
A
Ja, aan de slag met bs 3
B
Deels, maar ik wil even zelf kijken
C
Nee, ik wil graag hulp

Slide 31 - Quiz