Drama P1 les 5 - WAAROM

Welkom
Les 5: WAAROM
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Les 5: WAAROM

Slide 1 - Diapositive

Warming up

Slide 2 - Diapositive

WAAROM
1 van de 5 W's
Spelgegevens

Slide 3 - Diapositive

Waarom

Het 'waarom' is:
  • Waarom zeg/doe je wat je doet?
  • Waarom is het belangrijk?

Slide 4 - Diapositive

Waarom

Het 'waarom' heet ook wel een motief.
Een motief is een reden waarom je iets doet.
Dus bijvoorbeeld: 'waarom overval je die bank?'

Slide 5 - Diapositive

Waarom

Het waarom is ook: waarom is het zo belangrijk?

Voorbeeld: ruzie (=wat) tussen twee vriendinnen (=wie), WAAROM is dat dan zo erg?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waarom sloeg Rob Nico?

Slide 8 - Carte mentale

Waarom is het zo erg voor Nico dat hij een gebroken neus heeft?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Waarom wilde de ober geen hamburger verkopen aan Ralf en Ingrid?
Waarom wilden Ralf en Ingrid toch de hamburgers?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wit is ook een kleur
Waarom moest Rosa achterin zitten?
Waarom deed ze dit niet?
Waarom is het belangrijk dat ze niet achterin ging zitten?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

WAAROM
Als je het 'waarom' van een scène weet, dan is de scène veel interessanter

Als kijker ga je ook eerder meeleven met een hoofdpersoon als je de 'waarom' weet. Zo leer je bijvoorbeeld in een film wie de goeien en de slechten zijn.

Slide 15 - Diapositive

Ken je een film of serie of boek waarbij je juist meeleeft met de overvaller of de moordenaar?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Verzin een situatie
3 leerlingen: een aanklager, slachtoffer en redder
Proberen zichzelf uit de scene te redden: wie overtuigt?
Drama driehoek

Slide 18 - Diapositive

Bewegingsmemory
Ik ga op reis en neem mee...
Onzinwoorden improvisatie
Doventolk over beroepen
Geen ja, geen nee, geen uh
Spel

Slide 19 - Diapositive