Zelfvertrouwen

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

OBSc

LFS

Kim de Laaf

24/11 Vertrouwen in jezelf 08:55-09:45

• Binnenkomen + Spullen aan de haak + Agenda + GSM inleveren  5 min
• Hoe is het met je? > vingers 10 min
• Laptops pakken en inloggen 3 min

Hoe voel je je vandaag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat wil je dit weekend doen?

24/11 Vertrouwen in jezelf 08:55-09:45 jezelf

• Kwaliteitenspel 
• opschrijven 
• Opplakken
  
  

Afspraken:

Als iemand praat, maak je geen geluid

Als je iets wilt zeggen steek je hand op

Blijf op je plek zitten

Houd je handen bij jezelf

Je zit niet aan spullen die niet van jou zijn > Geldt ook voor spullen van school

Noem drie dingen die je goed kan

Wat zou jij doen?

1. Je hebt op je laptop al drie keer iets nieuws geprobeerd en het blijft mislukken. Hoe reageer je?

Wat zou jij doen?
2. Je twee beste vrienden hebben ruzie. Wat zou je doen?

Hoe voel je je vandaag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat wil je dit weekend doen?

Wat zou jij doen?
3. Je moet een spreekbeurt geven voor de klas. Je weet wat je moet zeggen maar vind het super eng. Je hebt niet goed geslapen en 's ochtends voel je je ziek? Wat doe je?

Wat zou jij doen?
3. Je hebt enorm goed geoefend om een bepaalde oefening te kunnen en het lukt maar niet. Hoe reageer je?

Omschrijf een situatie waarbij jij wel eens opgegeven hebt.
- Wat voelde je?
- Waarom gaf je op?
- Hoe is het probleem uiteindelijk opgelost?
- Wat zou je nu anders doen?

Hoe voel je je vandaag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ga je nog iets doen dit weekend?

08/12 Stress 08:55-09:45

Doelen:
Ik weet wat stress betekend
Ik kan opnoemen wat mij stress geeft
Ik kan beschrijven hoe ik met stress om ga

Stress

Noem iets op waar jij stress van krijgt

1. Het vervelende gehoest/ neus ophalen van een klasgenoot
Wat voel je?
Wat doe je?

Hoe ga je hier mee om?

2. Je kan iets wat je nodig hebt, niet vinden.
Wat voel je?
Wat doe je?

Hoe ga je hier mee om?

3. Een mug in je slaapkamer.
Wat voel je?
Wat doe je?

Hoe ga je hier mee om?

4. Je bent op de fiets en het begint keihard te regenen en stormen
Wat voel je?
Wat doe je?

Hoe ga je hier mee om?

Hoe voel je je vandaag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ga je nog iets doen dit weekend?

08/12 Stress 08:55-09:45

Doelen:
Ik weet wat stress betekend
Ik kan opnoemen wat mij stress geeft
Ik kan beschrijven hoe ik met stress om ga

5. Je leerkracht waarschuwt jou steeds klassikaal terwijl je klasgenoot achter je steeds tegen jou praat.
Wat voel je?
Wat doe je?

Hoe ga je hier mee om?

Waar krijg jij stress van?

Midden in het schooljaar ga je naar een nieuwe school

-1100

Waar krijg jij stress van?

Je krijgt een onverwachte toets

-1100

Waar krijg jij stress van?

Er komt een nieuwe leerling naast jou zitten

-1100

Waar krijg jij stress van?

Je hebt straks een date maar je hebt een pukkel op je neus!

-1100

Waar krijg jij stress van?

Je eerste schooldag

-1100

Waar krijg jij stress van?

Je gaat op schoolreisje

-1100

Waar krijg jij stress van?

Je doet mee aan een belangrijke wedstrijd

-1100

Suiker kan stress verminderen

1. Waar
2. Niet waar

Tegelijk huiswerk maken, chatten, filmpjes bekijken en muziek luisteren levert stress op.

1. Waar
2. Niet waar

Van bepaalde voeding krijg je stress

1. Waar
2. Niet waar

Van smartphones en tablets krijgen jongeren stress omdat zij niets willen missen (fomo).

1. Waar
2. Niet waar

Stress krijg je alleen van negatieve dingen

1. Waar
2. Niet waar

Gezond bewegen kan stress verminderen

1. Waar
2. Niet waar

Alcohol kan stress verminderen

1. Waar
2. Niet waar

Van sociale media krijg je stress

1. Waar
2. Niet waar

Kauwen kan stress verminderen

1. Waar
2. Niet waar

Stress is besmettelijk

1. Waar
2. Niet waar

Mannen kunnen beter omgaan met stress dan vrouwen

1. Waar
2. Niet waar

Zelfvertrouwen