Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.2 Windenergie
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Werking
1
Wind zorgt voor draaiende bladen.
2
De generator wordt aangedreven en wekt stroom op.
3
De stroom gaat door de mast via een kabel naar het transformatorstation, waar de spanning verhoogd wordt naar 150.000 Volt om de energie zo efficiënt mogelijk te transporteren.
4
Vanaf het transformatorstation gaat er een kabel naar het nabij gelegen hoogspanningsstation.
5
Vanaf dit station gaat de stroom naar het landelijk elektriciteitsnet.
6
De spanning wordt via een transformatorhuisje omgezet naar 230 Volt. Vervolgens wordt de stroom geleverd aan bedrijven, woningen etc.
Slide 5 - Diapositive
Hoftoren
142 meter!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Maximaal vermogen windturbine
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Deze les:
Windenergie!
1. Hoe werkt een windmolen?
2. Wat is het vermogen van een windmolen?
Slide 10 - Diapositive
Windenergie
Slide 11 - Diapositive
Hoe hoog is het hoogste punt van een windmolen?
A
bijna 11 meter
B
bijna 120 meter
C
bijna 150 meter
D
bijna 40 meter
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Welke vorm van energie en afval komt er uit een kolencentrale?
A
afvalwarmte & elektrische energie.
B
Verpakkingen van snoepjes & zwaarte-energie
C
zwart water & stroom
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Quizvragen
Zit klaar met je IPad.
Heb je rekenmachine bij de hand (rekenvragen 20 seconden)
Voor de volgende vragen krijg je 10 seconden per antwoord.
Lees snel en geef snel en goed antwoord.
Slide 16 - Diapositive
Voordelen windenergie
- Als er wind is, is er elektriciteit
- Produceren geen CO2, behalve als ze gemaakt worden.
Nadelen windenergie
- Als er geen wind is, is er geen elektriciteit..
- Een windmolen maakt wel herrie en veel mensen vinden ze niet zo mooi.
Slide 17 - Diapositive
Welke twee grootheden zorgen voor de grootte van de bewegingsenergie?
A
Snelheid en afstand
B
Snelheid en massa
C
Afstand en massa
D
Verbrandingswaarde en snelheid
Slide 18 - Quiz
Wat is het symbool voor snelheid en wat is het symbool voor massa?
A
Snelheid = s
massa = m
B
snelheid = v
massa = F
C
Snelheid = v
massa = m
D
Snelheid = s
Massa = F
Slide 19 - Quiz
Wat is een voordeel van windenergie boven de chemische energie van een verbranding.
A
Windenergie is goedkoper
B
Windenergie is altijd te gebruiken (ieder moment dat het nodig is).
C
Windenergie geeft meer energie
D
Windenergie is beter voor het milieu
Slide 20 - Quiz
Wat is de eenheid van snelheid en massa?
A
Snelheid = m/s
massa = kg
B
snelheid = m
massa = N
C
Snelheid = m/s
massa = N
D
Snelheid = m
Massa = kg
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Vidéo
Een foto van het huiswerk (vergeet je naam niet): opgave 6. Online gemaakt? Je hoeft niks in te vullen. Deze leerlingen zijn al gecheckt.