H14 Inhoud en gewicht

Hoofdstuk 14 les 1
Inhoud en Gewicht
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 14 les 1
Inhoud en Gewicht

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning van de les
- Herhaling vorige les
- Lesdoelen bespreken
Instructie gewicht & gewichtsmaten
- Zelfstandig verwerken
- Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke inhoudsmaten ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel l zit er in de maatbeker?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


600 ml = .......l
A
6 l
B
6000 l
C
0,6 l
D
0,06 l

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


7500 ml = .......dm3
A
75 dm3
B
750 dm3
C
0,75 dm3
D
7,5 dm3

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen bespreken
- Ik weet wat het begrip gewicht is
- Ik ken de eenheden van gewicht: milligram (mg), gram (g), kilogram (kg) en ton (t).
- Ik kan de eenheden van gewicht omrekenen met stappen van 1.000
- Ik kan gewicht aflezen van een weegschaal.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

instructie gewicht en gewichtseenheden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen ton en ton?!

Een ton in geld is iets anders dan een ton in gewicht? Wat is het verschil..?

Slide 14 - Diapositive

€ 100.000,-
1000 kilo
45 ton = ... kg
A
0,045 kg
B
0,45 kg
C
4500 kg
D
45000 kg

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2,5 kg is
A
25 g
B
250 g
C
0,25 g
D
2500 g

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Baby weegt 3200 g,
hoeveel kg is dit?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voetbal weegt 0,367 kg
hoeveel gram is dit?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende materialen 

  • personenweegschaal 
  • keukenweegschaal  
  • maatlepels 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees af
A
B
C
D
95 kg
81 kg
85 kg
99 kg

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 14.2
begint op blz. 60

Opdr.
1 t/m 15
Er moet een berekening bij.

Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluitende vraag

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gewicht hoort waarbij ? begin met het lichtste of het zwaarste en kijk dan hoe je de rest moet verdelen.
32000 g
1 kg 
350 kg
9000 g
2000 g
5 kg

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions