Thema 5, basisstof 1+2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 5, basisstof 1

5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!

Wat gaan we vandaag doen?

 opstarten

Introductie thema 5

Uitleg basisstof 1

 zelfstandig aan de slag

Uitleg basisstof 2
 zelfstandig aan de slag 

afsluiten

Introductie

• Iedereen gaan staan
• Ga zitten als je het antwoord op de vraag niet weet:
• Welke cellen zijn nodig voor bevruchting?
• Welke onderdelen heeft een lichaamscel? (minstens 2)
• Wat zit er in de celkern van een cel?
• Wat is DNA?
• Wat is fenotype?
  

De leerdoelen basisstof 1 :

• Ik kan het verschil tussen genotype en fenotype uitleggen
• Ik kan uitleggen hoe het genotype tot stand komt
• Ik kan uitleggen wat DNA is
• Ik weet hoeveel chromosomen en chromosomenparen er in een menselijke lichaamscel zitten en waar ze uit bestaan
  

fenotype

• De uiterlijke kenmerken van een organisme: fenotype
• Wat lijk je op je moeder!
• De informatie voor de uiterlijke kenmerken staan in het DNA
  

DNA

• Je lichaam bestaat uit lichaamscellen
• In elk van je lichaamscellen zit een celkern 
• In de celkern zitten lange dunne draden: Chromosomen
  

Chromosomen

• Chromosomen bestaan vooral uit DNA
• DNA is de blauwdruk voor je uiterlijk
• Hier staat in wat voor oogkleur, huidskleur, haarkleur je hebt
  

Chromosomen

• Als we de wirwar uit elkaar halen, houden we 46 chromosomen over
• twee aan twee zijn ze gelijk:
• Er zijn dus 23 paren (23x2)
  

Zelfstandig aan de slag

Eerste 10 minuten in stilte zelfstandig

Tweede 10 minuten mag je overleggen

Bezig t/m met basisstof 1 van thema 5

-Ik kan het verschil tussen genotype en fenotype uitleggen 

-Ik kan uitleggen hoe het genotype tot stand komt 

-Ik kan uitleggen wat DNA is 

-Ik weet hoeveel chromosomen en chromosomenparen er in een menselijke lichaamscel zitten en waar ze uit bestaan

Herhaling

• Wat is het fenotype?
• De uiterlijke kenmerken van een organisme
• Hoe heet de erfelijke informatie die in je celkern zit?
• DNA/genotype
• Hoeveel chromosomen heeft elke lichaamscel?
• 46
  

De leerdoelen basisstof 2 :

•  Ik weet wat een gen is
• Ik kan uitleggen hoe een gen zorgt voor een bepaald fenotype
• Ik weet in welke cellen chromosomen enkelvoudig voorkomen
• Ik weet hoe celdeling werkt bij lichaamscellen
  

Genen

• Een mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen
• Een Gen is een deel van een chromosoom wat één erfelijke eigenschap maakt
  

Genen

• Genen staan aan of uit
• Genen hebben ook paren
  
• Als ze aan staan, maken ze eiwitten aan die voor iets zorgen
• Voorbeeld: oog
  

Waarom je op je ouders lijkt

• Geslachtscellen hebben geen 46, maar 23 chromosomen
• Waarom?
• Het genotype wordt gemaakt
  

Gewone deling

• Moedercel deelt zich in tweeën
• 2 dochtercellen ontstaan
  

Zelfstandig aan de slag

Eerste 10 minuten in stilte zelfstandig

Tweede 10 minuten mag je overleggen

Bezig t/m met basisstof 1 en 2 van thema 5

Invullen enquete

WJG-633

f2vm