Les 31 Via vervolg Thema 6 H.4 les 1 van 4

Nederlands
Schrijven
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Schrijven

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugblik
Doel v/d les
Opdracht
Kennis ophalen
Theorie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen Les 1
  • Je weet dat een werkstuk een uitgebreid verslag is met een vaste opbouw
  • Je weet wat een titelblad is. 
  • je kunt een titelblad maken voor jouw werkstuk
  • Je weet wat een inhoudsopgave is
  • Je kunt een inhoudsopgave maken voor jouw werkstuk

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige lessen
  • In hoofdstuk 3 hebben we het gehad over: mening, argument, leesdoelen en leesstrategieën. 
  • We hebben ook besproken dat een schrijver een hoofdgedachte heeft bij het schrijven van een tekst. 
  • Daarnaast hebben we homoniemen, synoniemen en antoniemen besproken.



                                              Je gaat nu zelf een tekst schrijven

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Je gaat een werkstuk maken. 
Een werkstuk is een uitgebreid verslag met een vaste opbouw. 

Het onderwerp van het werkstuk is "Toekomst".


Slide 5 - Diapositive

Wat vind je van een werkstuk maken?

Slide 6 - Question ouverte

Wat heb je nodig om een werkstuk maken?

Slide 7 - Question ouverte

Een stappenplan en tips!
  1. Titelblad
  2. Inhoudsopgave 
  3. Inleiding
  4. De hoofdstukken
  5. Nawoord
  6. Bronvermelding
Denk aan de lay out (ziet mijn werkstuk er mooi uit)?
Maak gebruik van plaatjes en foto's (van jezelf)?

Slide 8 - Diapositive

Wat is een werkstuk?
Een werkstuk is een uitgebreid verslag is met een vaste opbouw. Een dun boekje. 
Er staat tekst in over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld corona , een sport of in dit geval je toekomst.

Slide 9 - Diapositive

Vaste opbouw
  1. Titelblad
  2. Inhoudsopgave 
  3. Inleiding of voorwoord
  4. De hoofdstukken
  5. Nawoord
  6. Bronvermelding


Slide 10 - Diapositive

De inhoudsopgave
De inhoudsopgave is bedoeld om heel snel te kunnen zien wat op welke plek in het werkstuk staat.

Slide 11 - Diapositive

Het titelblad
Net als de voorkant van een boek, laat de voorkant van een werkstuk zien waar de tekst over gaat. Door een goed titelblad willen anderen je werkstuk gaan lezen.

Slide 12 - Diapositive

De inleiding
In de inleiding schrijf je kort iets over de keuze voor het onderwerp en iets over de inhoud van het werkstuk. Je schrijft dit meteen na de inhoudsopgave.

Slide 13 - Diapositive

De hoofdstukken
Na de inleiding komen de hoofdstukken. Hierin staat alle informatie die je hebt gevonden.

Slide 14 - Diapositive

Nawoord
In het nawoord schrijf je hoe je het werkstuk hebt aangepakt. Je vertelt wat er goed ging en wat beter kon.

Slide 15 - Diapositive

De bronvermelding
Het is belangrijk om je bronnen te noemen. Dan weet de docent dat je alle informatie hebt opgezocht en waar je hebt gezocht en dat je het niet zelf hebt bedacht.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Maak gebruik van de stappenplannen  en tips!

Opdracht 1 en 2-  blz 269 t/m 274

  1. Maak een titelblad voor jouw werkstuk
  2.  Maak een inhoudsopgave voor jouw werkstuk. 

Slide 17 - Diapositive

Maak een titelblad

Weet je nog?

Net als de voorkant van een boek, laat de voorkant van een werkstuk zien waar de tekst over gaat. Door een goed titelblad willen anderen je werkstuk gaan lezen.

Slide 18 - Diapositive

Op je titelblad zet je: 
  1. het onderwerp van je werkstuk
  2. een passende afbeelding bij het onderwerp
  3. je naam
  4. je klas
  5. de naam van je docent
  6. de datum waarop je het werkstuk inlevert. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Maak de inhoudsopgave

Weet je nog?


De inhoudsopgave is bedoeld om heel snel te kunnen zien wat op welke plek in het werkstuk staat.

Slide 21 - Diapositive

De Hoofdstukken (Toekomst)
De volgende 9 hoofdstukken moeten in je werkstuk verwerkt worden:
  1. Voorwoord 
  2. Wie ben ik ( wie ben ik, hoe zie ik eruit, waar woon ik, met wie ga ik om) ?
  3. Wat zijn mijn talenten?
  4. Wat wil ik later worden?
  5.  Wat is mijn droombaan?
  6. Wat zijn mijn toekomstdromen?
  7. Hoe ziet mijn leven eruit als ik 30 ben?
  8.  Nawoord
  9.  Bronvermelding

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Hoe kijk je er nu tegenaan om een werkstuk te gaan maken?

Slide 24 - Question ouverte

Zelfstandige verwerking titelblad 
Maak het titelblad van jouw werkstuk op de computer. 
Gebruik één of meerdere afbeeldingen om het titelblad mooier te maken. 
Sla het document op de computer op. 

Slide 25 - Diapositive

Zelfstandige verwerking inhoudsopgave 
Maak de inhoudsopgave van jouw werkstuk op de computer. 
Laat de bladzijdenummers nog even weg
Sla het document op de computer op. 


Slide 26 - Diapositive

Inleveren
Je levert je titelblad en je inhoudsopgave in. 

Je maakt de opdrachten in Word
Verstuur per  mail:


Dit is je eerste opzet, fouten maken mag nog!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat ging er goed ? Waar ben ik tevreden over?
Wat heb ik gedaan?
Wat heb ik geleerd?
Wat kan ik hiermee?
Op welk niveau heb ik gewerkt?
Wat wil ik de volgende keer anders doen?
De volgende keer: verder met deze opdracht

Slide 29 - Diapositive