Les 4 Schakelen met magneten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 11 Schakelingen

Herhalen leerdoelen

Paragraaf 3: variabele weerstanden

11.3.1 Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een NTC verandert als de temperatuur verandert.

11.3.2 Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een LDR verandert als de sterkte van het licht verandert.

11.3.3 Je kunt de werking van een variabele weerstand uitleggen.

 Leerdoelen

Paragraaf 4: schakelen met magneten

11.4.1 Je kunt de drie onderdelen beschrijven van een eenvoudige automatische schakeling.

11.4.2 Je kunt de werking van een relais uitleggen.

11.4.3 Je kunt de onderdelen van een relais benoemen.

11.4.4 Je kunt uitleggen hoe schakelingen met een relais werken.

11.4.5 Je kunt de werking van een reedcontact uitleggen.

Automatische schakeling

Een schakeling die zelfstandig een taak voor je uitvoert noem je een automatische schakeling.

3 onderdelen hiervoor nodig:

- sensor

- schakelaar

-actuator

3 onderdelen

De sensor is bijvoorbeeld een LDR

De schakelaar ontvangt een elektrisch signaal vanuit de LDR

De lamp wordt aangezet ( of uit) dit is dan de actuator

Elektromagneet

Een relais is een schakelaar. Je herkent hem aan het tikkende geluid.

In een relais zit een elektromagneet.

Dit is een lange, geïsoleerde koperdraad die rond een ijzeren kern is gewikkeld. Zo’n spiraalvormig gewikkelde koperdraad noem je een spoel.

Als er stroom door een spoel loopt wordt deze magnetisch.

Het anker is een stralenstrip.

Je hebt een maakcontact en breekcontact.

Reedcontact

Opdrachten maken

Opdracht 1 t/m 18

BLZ 121-129