§5.5 vreemd geld

Hoofdstuk 5.5
Vreemd geld
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5.5
Vreemd geld

Slide 1 - Diapositive

je leert in deze paragraaf wat de invloed van vreemd geld op de internationale handel is en kunt berekeningen maken met vreemd geld
5.5: Vreemd geld

Slide 2 - Diapositive

In de Europese Monetaire Unie (EMU) wordt betaald met dezelfde munteenheid. (euro)



Vreemde valuta: vreemd geld, geld van een land dat niet de euro als betaalmiddel heeft.
De waarde van vreemd geld kan dalen of stijgen. 
5.5: Vreemd geld

Slide 3 - Diapositive

Wisselkoers is de prijs van een vreemde munteenheid uitgedrukt is euro's.

Wisselkoersen variëren
per dag.
5.5: Vreemd geld

Slide 4 - Diapositive

nadelen van een wisselkoers:
  • onduidelijk wat bedrijf moet betalen of gaat ontvangen
  • inkoopprijs product verandert als wisselkoers verandert
  • consumentenprijs verandert niet mee met dagelijkse wisselkoers verandering
  • wisselkoers verandering kan bedrijf geld kosten
wisselkoers verandering kan bedrijf ook geld opleveren
5.5: Vreemd geld

Slide 5 - Diapositive

als de wisselkoers in een land verandert:==> 
de wisselkoers in het andere land gaat omhoog ==> dan betaal je meer voor het product uit dat land ==>
de import uit dat land daalt ==>de export naar dat land stijgt want de producten uit het andere land zijn goedkoper
5.5: Vreemd geld

Slide 6 - Diapositive

Transactie kosten: De kosten die in rekening worden gebracht voor een transactie, zoals gel wisselen.

Let op: deze kosten heb je ook 
als je in een land pint met een 
andere valuta
5.5: Vreemd geld

Slide 7 - Diapositive

Samen:
Opdracht 6 uit je boek 
bekijk de bron
Maak samen de opdrachten
van opdracht 6
5.5: Vreemd geld

Slide 8 - Diapositive

  • Als je van vreemd geld omrekent naar euro's, dan vermenigvuldig je met de koers.
Ik heb 100 pond, hoeveel euro's kan ik kopen?

  • Als je van euro's naar vreemd omrekent, dan deel je door de koers.
Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?


5.5: Vreemd geld

Slide 9 - Diapositive

De formules van de wisselkoersen:
van vreemd geld naar euro's dan vermenigvuldig je
van euro's naar vreemd geld, dan deel je.

Vreemd geld in de vraag?
Vermenigvuldigen!
5.5: Vreemd geld

Slide 10 - Diapositive

Biedkoers (laagste koers) = je koopt euro’s
Laatkoers (hoogste koers) = je koopt vreemd geld

Vreemd geld x wisselkoers in € = euro’s
Euro’s : wisselkoers in € = vreemd geld


5.5: Vreemd geld

Slide 11 - Diapositive

Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt
👉 100 x 0,85 = 85 GPB

Slide 12 - Diapositive

Ik heb 100 pond over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)

bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
👉 100 : 0,86 = € 116,28

Slide 13 - Diapositive

5.5: Vreemd geld

Slide 14 - Diapositive

huiswerk:

Maken en nakijken §5.5 vraag 7 t/m 12

5.5: Vreemd geld

Slide 15 - Diapositive

5.5: Vreemd geld

Slide 16 - Diapositive