4.2 Spanningsbronnen

4.2 Spanningsbronnen
Lesdoel; 
Voorbeelden van spanningsbronnen kunnen noemen.
Een voltmeter kunnen aflezen en schakelen.
Weten wat je met de spanning bij batterijen mag doen.
Uitleggen wat een transformator doet.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

4.2 Spanningsbronnen
Lesdoel; 
Voorbeelden van spanningsbronnen kunnen noemen.
Een voltmeter kunnen aflezen en schakelen.
Weten wat je met de spanning bij batterijen mag doen.
Uitleggen wat een transformator doet.

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis
Wanneer heb jij de laatste keer een spanningsbron gebruikt die je van stroom voorzag ?

Slide 2 - Diapositive

Spanningsbronnen
Spanningsbronnen leveren een spanning. Hierdoor gaat de stroom vloeien en krijgt deze energie mee.
De eenheid van spanning is Volt (V)
Het symbool van spanning is de letter U.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Voorbeelden van spanningsbronnen
- Batterij
- Accu
- Zonnepaneel
- dynamo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Voltmeter
Een voltmeter meet de spanning ergens over heen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Belang lesdoelen
Je hebt vaak te maken met spanningsbronnen.
Bij een practicum moet je de spanning kunnen meten.

Slide 11 - Diapositive

Controlevragen
1 Noteer vier spanningsbronnen en vermeld de spanning.

Slide 12 - Diapositive

Controlevragen
2 Je schakelt vijf batterijen van 1,5 V in serie. Er zit er een verkeerd om. Hoe groot is de totale spanning.

Slide 13 - Diapositive

Controle vragen
4 Lees de spanning op de volgende dia af. Noteer je antwoord met de juiste symbolen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Controlevragen
5 Teken het schakelschema waar je twee lampjes aansluit op een batterij. Teken waar de voltmeter moet komen om de spanning over een lampje te meten.

Slide 16 - Diapositive

De netspanning is 320 V
De transformator van je mobieltje verlaagt de spanning naar 5 V
A
1 juist
B
2 juist
C
1 en 2 juist
D
1 en 2 onjuist

Slide 17 - Quiz