Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Kennen jullie hedendaagse familienamen die een karaktertrek of uiterlijk kenmerk aanduiden?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
De voornaam van een Romeinse man is vaak een ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
rangtelwoord
C
bijwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 29 - Quiz
De familienaam van een Romeinse man is afgeleid van ...
A
een uiterlijk kenmerk
B
een uitzonderlijke prestatie
C
een karaktertrek
D
de naam van de voorvader
Slide 30 - Quiz
De bijnaam van een Romeinse man noemen we ...
A
nomen gentilicium
B
praenomen
C
cognomen
D
adnomen
Slide 31 - Quiz
Een Romeinse man kreeg soms een tweede bijnaam na een uitzonderlijke prestatie of ...
A
na een gevangenisstraf
B
na zijn dood
C
bij adoptie
D
na slavenhandel
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Welke naam zou de dochter van deze Romeinse man krijgen? Marcus Iulius Sabinus
Slide 42 - Question ouverte
Iulia is de oudste zus van drie dochters. Hoe heten de drie dochters?
Slide 43 - Question ouverte
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
Slide 47 - Diapositive
Slide 48 - Diapositive
Slide 49 - Diapositive
In dit stukje tekst staan twee fouten, welke? Slaven hadden slechts één naam. Die namen verwezen vaak naar hun land van afkomst zoals Syrus of Gallus. Als ze werden vrijgelaten, kregen ze de praenomen en cognomen van hun meester en diende hun eigen naam als nomen gentilicium.