Natuur en water

Natuur en water!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Natuur en water!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Water en gezond
  • Water en percentages
  • Water en natuur.
  • Waar of niet waar: Ren je rot!
  • Wist je dat?
  • Water en drinken maken
  • Water en pech

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van een Gezonde Leefstijl?
A
Je hebt meer energie
B
Je wordt minder snel ziek
C
Je kunt je beter concentreren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quiz

Waar denk je aan bij het woord
gezond?

Slide 4 - Carte mentale

Water is de gezondste optie om te nemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Hoeveel glazen water drink jij per dag?

Slide 6 - Question ouverte

Waarom is voldoende water drinken belangrijk voor je lichaam?

Slide 7 - Question ouverte

Waar krijg je last van als je te weinig water drinkt?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Waarom is water
drinken dus belangrijk?

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel glazen per dag moet je drinken om voldoende water binnen te krijgen?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quiz

Als je veel sport of buiten speelt moet je meer dan 1,5 liter water drinken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat de aarde ongeveer?
A
50%
B
60%
C
70%
D
80%

Slide 14 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat een baby ongeveer?
A
48%
B
58%
C
68%
D
78%

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat broccoli?
A
82%
B
87%
C
92%
D
97%

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat een cracker?
A
6%
B
11%
C
33%
D
42%

Slide 17 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat een komkommer?
A
85%
B
92%
C
95%
D
97%

Slide 18 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat een blauwe bes?
A
65%
B
77%
C
82%
D
65%

Slide 19 - Quiz

Uit hoeveel water bestaat een appel?
A
85%
B
89%
C
93%
D
97%

Slide 20 - Quiz

Wat is een watervoetafdruk?
Wie heeft een idee?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wat is een watervoetafdruk?
  1. Hiermee bedoelen we direct water: zoals het water dat je drinkt, gebruikt bij het douchen, enzovoort.
  2. Indirect/verborgen water: water wat nodig was om je spijkerbroek te maken of je stukje vlees of de patatjes die je weleens eet.
  3. Met ‘verborgen’ bedoelt men dat dit water niet meer in het product aanwezig is, maar wel nodig was om het te kunnen maken.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Voorbeelden van watervoetafdruk:
Voor het maken van de volgende producten was:
  1. 1 glas bier (250 ml) => 75 liter water nodig
  2. 1 kop thee (250 ml) => 35 liter water nodig
  3. 1 hamburger (150 gr) => 2400 liter water nodig
  4. 1 zak chips (200 gr) => 185 liter water nodig
  5. 1 appel (100 gr) => 25 liter water nodig

Slide 25 - Diapositive

Spel: Ren je rot! Waar of niet waar?
  • Je krijgt een aantal vragen.
  • Loop naar jou keuze: waar of niet waar.
  • Eerst drie oefen vragen, daarna wie blijft over!!

Slide 26 - Diapositive

Wist je dat?
  • Een boom 265 liter water per dag verdampt?
  • Een olifant water kan ruiken op een afstand van 4,8 km?
  • Een mens in zijn hele leven gemiddeld 75.00 liter water drinkt? 10% daarvan is kraanwater.
  • Mensen in sommige landen wel 3 uur moeten lopen om schoon water te halen?
  • 50% van de mensen drinkt water omdat het past binnen een gezonde levenstijl.

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag met water!!
  • Wat gaan we doen?
  • Verdelen in groepjes: 5 groepen (3 x 3 personen, 2 x 4 personen).
  • Verdelen van twee recepten per groep
  • Lees en maak daarna de recepten.
  • De blender moet even gedeeld worden.
  • Klaarzetten materiaal e.d. in de keuken/lokaal 012.
  • Heb je even niets te doen, dan ruim je alvast op en maak je schoon.

Slide 28 - Diapositive

Afwassen en opruimen:
Heb je iets niet meer nodig?
  1. Eventuele resten in de juiste prullenbak gooien.
  2. Linker wasbak afspoelen.
  3. Rechter wasbak afwassen.
  4. Afdrogen.
  5. Opruimen op juiste plek.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Waterspel
  • Bekertjes, liniaal, 4 emmers, water. Buiten!
  • Leerlingen in twee groepen verdelen. 
  • Twee teams tegen elkaar.
  • Welke groep heeft binnen de tijd het meeste water overgeheveld?

Slide 31 - Diapositive