Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
WKPV 2 Toets oefenvragen
Quizvragen over de gehele stof WKPV:
- Handhaving door toezicht en opsporing
- Wet op de economische delicten
- Verkeerswetgeving
-Bijzondere wetten
-APV
Slide 1 - Diapositive
Welke handelingen moeten worden uitgevoerd om te kunnen spreken van een standplaats?
A
Het opslaan van goederen gedurende een langere periode op een vaste plaats
B
Het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten
C
Het in bewaring nemen van goederen voor een vastgestelde periode en op een vaste plaats
Slide 2 - Quiz
Volgens de Wet milieubeheer wordt onder een inrichting verstaan: Elke door de mens ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht?
A
Bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was
B
Hobbymatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was
C
Hobbymatige of bedrijfsmatige
Slide 3 - Quiz
Wie legt volgens de Wegenwet de grenzen van de bebouwde kom vast?
A
Commissaris van de Koning
B
Provinciale staten
C
Gedeputeerde staten
Slide 4 - Quiz
Het is verboden om ....op de weg te laten staan?
A
(Gemotoriseerde) bakfietsen
B
(Brom)fietsen
C
(Brom)fietswrakken
Slide 5 - Quiz
Er staan een voertuig met een log van de bedrijf geparkeerd op een openbare plaats om goederen te bezorgen, mag dat?
A
Dat hangt af van hoe lang de auto daar geparkeerd staat
B
Nee, dit is een vorm van handelsreclame
C
Ja dit mag, het is een voertuig dat op de gebruikelijke manier goederen vervoert of aflevert en valt niet onder het verbod
Slide 6 - Quiz
Welke bedrag moet je betalen als je wordt gecontroleerd en geen geldig vervoersbewijs kunt overhandigen?
A
Je betaalt een standaard vastgestelde boete
B
Je betaalt de ritprijs en een vastgesteld bedrag
C
Je betaalt alleen de ritprijs
Slide 7 - Quiz
Je ziet op een openbare plaats iemand lopen met een opengebroken fles wodka, de persoon drinkt er echter niet van, is dit toegestaan?
A
Nee, ook het bij zich hebben van opengebroken flessen drank is verboden
B
Dit hangt ervan af of de persoon in kwestie jonger of ouder dan 18 jaar is
C
Ja, alleen het gebruiken van alcohol op openbare plaatsen is verboden
Slide 8 - Quiz
Wat is er met betrekking tot alcoholhoudende dranken verboden voor personen onder de 18 jaar?
A
Het aanwezig hebben van alcoholhoudende drank en het voor consumptie gereed hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen
B
Alleen het nuttigen van alcoholhoudende dranken is verboden, je mag het wel bij je hebben , mits ongeopend
C
Thuis alcoholhoudende drank aanwezig hebben
Slide 9 - Quiz
In welke wet worden zaken geregeld rondom het verbranden van afvalstoffen?
A
De provinciewet
B
De wet milieubeheer
C
De gemeentewet
Slide 10 - Quiz
Wanneer mag je op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren?
A
Als het parkeren verband houdt met vervoer van gehandicapte en het voertuig voorzien is van een gehandicaptensticker
B
Als partner van een gehandicapte, zolang de gehandicaptenparkeerkaart maar duidelijk zichtbaar is
C
Als het parkeren verband houdt met vervoer van gehandicapte en de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is