Samenvatting ziekenhuis deel A,B en C

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
ZorgVoortgezet speciaal onderwijsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is geen voorbeeld van eerstelijns zorg?
A
Huisartsenpost
B
Ziekenhuiszorg
C
Fysiotherapeut
D
Apotheek

Slide 2 - Quiz


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je een patiënt die naar de inloopspreek uur komt?
Geplande of ongeplande bezoeker

Slide 4 - Question ouverte

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met vriendelijke groet,
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quiz

informele taal gebruik je......
A
Wanneer je mensen goed kent
B
Als je diegene aan wie je schrijft niet goed kent

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de vijf basisregels van EHBO?
timer
1:30

Slide 7 - Question ouverte

Bij een vingerverband gebruik je:
A
Metalline + hydrofiel zwachtel
B
Metalline + ideaal zwachtel
C
Steriel gaasje + hydrofiel zwachtel en kleefpleister
D
Steriel gaasje + ideaal zwachtel

Slide 8 - Quiz

Dit verband leg je aan over een ander verband en zorgt voor extra druk op de wond.
A
Snelverband
B
Dekverband
C
Wonddrukverband

Slide 9 - Quiz

Welk verband gebruik je bij een wond die erg bloed
A
snelverband
B
hechtstrips
C
kompres
D
Mitella

Slide 10 - Quiz

BMR-prik
Rodehond: Rodehond is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door het rubellavirus. Je wordt er meestal niet erg ziek van. Het virus verspreidt zich via hoesten en niezen. Het virus is vooral gevaarlijk voor zwangere vrouwen omdat het kan leiden tot een miskraam of ernstige aangeboren afwijkingen bij hun ongeboren kind.

Slide 11 - Diapositive

BMR-prik
Bof: de bof wordt veroorzaakt door een virus, dat zich via de lucht verspreidt. Mensen kunnen elkaar besmetten via niezen en hoesten.

Mazelen: wordt veroorzaakt door een virus. Dit virus is zeer besmettelijk en wordt via de lucht, door hoesten en niezen overgedragen. Een kind kan bijvoorbeeld besmet raken door een klasgenoot met mazelen.

Slide 12 - Diapositive

Tegen welke ziektes wordt je ingeeint bij de DKTP-prik
A
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Pneumokokken
B
Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio
C
Difterie, Kanker, Tetanus, Pneumokokken
D
Difterie, Kinkhoest, Tyfus, Polio

Slide 13 - Quiz

Vaccinaties
DKTP: Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Polio
BMR:   Bof, Mazelen en Rodehond

Rijksvaccinatieprogramma


Slide 14 - Diapositive

De huisarts schrijft medicatie in de vorm van tabletten, welke toedieningsvorm is dit?
A
Oraal
B
Rectaal

Slide 15 - Quiz

Waar staat de afkorting SEH voor?
A
Spoed Echte Hulp
B
Spoed Eisende Hulp
C
Spoed Eisende Huisarts
D
Snel Eisende Hulp

Slide 16 - Quiz

In welke levensfase beginnen de voortplantingsorganen te functioneren en komen de secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling?
A
Schoolkind
B
Volwassene
C
Pubertijd
D
Adolescent

Slide 17 - Quiz

Noem 4 verschillende soorten genotmiddelen.

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent ouderdomsziekten

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen ouderdomsziekten en welvaartsziekten?

Slide 20 - Question ouverte

Meneer Janssen heeft de ziekte van Parkinson. Waar zal hij last van hebben.

Slide 21 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor CVA
A
Hartinfarct
B
Beroerte
C
Longontsteking
D
Ziekte van Parkinson

Slide 22 - Quiz

Wat is osteoporose?
A
Botontkalking
B
Bloedarmoede
C
Diabetes

Slide 23 - Quiz

MS (Multi sclerose)
A
Aandoening aan het centrale zenuwstelsel
B
Aandoening aan de botten

Slide 24 - Quiz

Wat is het verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid?

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekent "chronisch"?

Slide 26 - Question ouverte

Allergenen

Slide 27 - Diapositive

Een allergeen is
A
Voedingsstof waar je een allergische reactie van krijgt
B
Een ander woord voor allergie
C
Een medicijn dat een reactie verminderd
D
Verzonnen woord

Slide 28 - Quiz

Wat is het verschil tussen voedselallergie en voedselintolerantie?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is de naam van de poli waar een oorarts werkt?

Slide 30 - Question ouverte

Waarvoor staat de O bij een KNO-arts?
A
Oor
B
Oog
C
Onderbeen
D
Onderarm

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Gehoorschade ontstaat vanaf ....... dB
A
60
B
80
C
100
D
140

Slide 33 - Quiz

Wat zijn voedingsstoffen?

Slide 34 - Question ouverte

De 6 voedingsstoffen

Slide 35 - Diapositive

BMI

Slide 36 - Diapositive

Meneer Hofstede zijn lengte is 1,86 m.
Hij weegt 105 kg.
Hoeveel kg moet meneer minimaal aankomen / afvallen om op een BMI- waarde te komen van 24 BMI?
Rond af op hele kg.

Slide 37 - Question ouverte

Hypo of hyper. welk symptoom hoort er bij?
Hypo
Hyper
Droge tong
Dorst
Beven
Honger
Wisselend humeur
Vaak plassen

Slide 38 - Question de remorquage