basisstof 9

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
Genotype wel, fenotype wel
B
Genotype wel, fenotype niet
C
Genotype niet, fenotype wel
D
Genotype wel, fenotype niet
1 / 34
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
Genotype wel, fenotype wel
B
Genotype wel, fenotype niet
C
Genotype niet, fenotype wel
D
Genotype wel, fenotype niet

Slide 1 - Quiz

Merle zegt: Op elk chromosoom ligt 1 gen
Werner zegt: Chromosomen komen in lichaamscellen in paren voor
A
Beide hebben gelijk
B
Merle heeft gelijk
C
Werner heeft gelijk
D
Beide ongelijk

Slide 2 - Quiz

Mutant
Mutageen
Metastase
Gemuteerde celkernen
Mutatie die te zien is in het fenotype
De blootstelling aan bepaalde stralingen of chemische stoffen
Uitzaaiing cellen
Plotselingen verandering in het genotype

Slide 3 - Question de remorquage

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het erfelijk materiaal van het ongeboren kind NIET onderzoeken?
A
Echoscopie
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
NIPT- test

Slide 4 - Quiz

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het geslacht van het kind bepalen?
A
Alleen bij de echoscopie
B
Bij de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie
C
Bij de echoscopie en de NIPT test
D
Bij de echoscopie, de vlokkentest, de vruchtwaterpunctie en de NIPT- test

Slide 5 - Quiz

Een van de methoden van erfelijkheidsonderzoek
is een vlokkentest.
A
de samenstelling van de urine van een zwangere vrouw
B
de chromosomen van het weefsel van de placenta afkomstig van het embryo
C
de samenstelling van het vruchtwater bij een zwangere vrouw

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding zie je
een vorm van
erfelijkheidsonderzoek.

Wat zie je?
A
een NIPT test
B
een vlokkentest
C
een vruchtwaterpunctie
D
Hier telt men bacteriën

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

B9 biotechnologie

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het eind van de les kan je voorbeelden van biotechnologie noemen

Slide 10 - Diapositive

Wat is biotechnologie
Biotechnologie is een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

voedsel waarbij biotechnologie wordt gebruikt

Slide 13 - Diapositive

Door: Recombinante DNA techniek

Het DNA van ene organisme in ander organisme stoppen

Transgeen is de naam van het organisme dat nieuw DNA heeft gekregen
Genetische modificatie ( de mens veranderd het DNA)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Misdaadbestrijding
ieder mens heeft uniek DNA

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wie was hier de dader?
A
verdachte 1
B
verdachte 2
C
verdachte 3
D
het slachtoffer

Slide 21 - Quiz

Wat is biotechnologie?
A
Het inbrengen van nieuwe informatie in Bacteriën
B
een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.

Slide 22 - Quiz

Bij genetische modificatie verandert de mens de erfelijke informatie van andere soorten. Hoe heet de techniek die we daarvoor gebruiken?
A
Biotechnologie
B
Recreatief-DNA-techniek
C
Genetische modificatie
D
Recombinant-DNA-techniek

Slide 23 - Quiz

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 24 - Quiz

wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 25 - Quiz

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.

Slide 28 - Quiz

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 29 - Quiz

Bekijk het volgende filmpje over klonen en beantwoord daarna de twee vragen

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Met welk doel worden landbouwhuisdieren gekloond?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is jouw mening over klonen?

Slide 33 - Question ouverte

Sleep de begrippen naar de juiste definitie!
Een stuk DNA van een ander organisme toegevoegd aan het DNA van het organisme.
Het maken van individuen met exact hetzelfde genotype.
De verzamelnaam van technieken waarbij men organismen gebruikt op producten voor de mens te maken
Een organisme dat genetisch gemodificeerd is noem je....
Genetische modificatie
Klonen
Biotechnologie
Transgeen

Slide 34 - Question de remorquage