Aan het eind van de les weet ik wat ik wat ik met de visievragen moet doen
Aan het eind van de les weet ik wat ik wat ik met de visievragen moet doen
vraagjes
mentorgesprekjes komende week
visievragen
en?
niks nada noppes
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
algemeenVoortgezet speciaal onderwijs
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Aan het eind van de les heb ik zicht op deze week
Aan het eind van de les weet ik wat ik wat ik met de visievragen moet doen
Aan het eind van de les weet ik wat ik wat ik met de visievragen moet doen
vraagjes
mentorgesprekjes komende week
visievragen
en?
niks nada noppes
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je deze les nodig?
Een telefoon, andere apparaat of tabblad om mee te doen met de lessonup les zometeen
Slide 2 - Diapositive
Hoe is deze week gegaan?
A
top
B
niet zo goed
C
gewoon prima
D
weet ik niet goed
Slide 3 - Quiz
Vertel 1 ding dat goed gegaan is deze week of dat je leuk vond
Slide 4 - Carte mentale
Rooster deze week
Slide 5 - Diapositive
mentorgesprekjes komende week
Net even anders.
Mentorgesprekje is met leerling, een mentor en een ouder.
We willen namelijk ook graag van de ouders horen hoe ze het vinden nu met de online lessen.
Schema komt nog!
Slide 6 - Diapositive
Visie voor OPP
Visie vragen leerlingen
Wat vind je van de afgelopen schoolperiode?
Wat vind je goed gaan op school?
Wat vind je lastig of moeilijk gaan op school?
Hoe ga je om met je huiswerk?
Heb je voor jezelf een doel gesteld, wat wil je dit schooljaar nog leren of bereiken?
Visie vragen ouders
Hoe heeft u de afgelopen schoolperiode ervaren?
Hoe ziet u de komende periode voor u? Wat verwacht u van de komende periode? Denk hierbij ook aan overgang naar jaar 2.
Slide 7 - Diapositive
1.Wat vind je van de afgelopen schoolperiode? 2.Wat vind je goed gaan op school? 3.Wat vind je lastig of moeilijk gaan op school? 4.Hoe ga je om met je huiswerk? 5.Heb je voor jezelf een doel gesteld, wat wil je dit schooljaar nog leren of bereiken?