Periode 3 , les 1 (rekenen werk en studie)

rekenen thema werk 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

rekenen thema werk 

Slide 1 - Diapositive

solliciteren
Hans heeft een leuke vacature gezien bij een NH-hotel in Amsterdam. 
Hij heeft gesolliciteerd en mag op gesprek komen.

Slide 2 - Diapositive

opgave 1*
Het sollicitatiegesprek is op 18 november om 9.00 uur en op loopafstand (2 min) van het station Amsterdam-
Centraal. Hans woont in Zwolle. Op welke tijd kan hij het beste de trein  nemen? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 4 - Carte mentale

Antwoord opgave 1
Vertrek om 07.20 uur
Aankomst om 08.43 uur
17 minuten over om te lopen.

Slide 5 - Diapositive

opgave 2**
Op de heenreis betaalt Hans deze prijs. Op de terugreis reist Hans met 40% korting.
Wat moet Hans in totaal aan treinkosten betalen deze dag? 

Slide 6 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 7 - Carte mentale

Antwoord opgave 2
€20,30 + (0,60 x 20,30) = €32,48
of
€20,30  1,60 x  = €32,48

Slide 8 - Diapositive

opgave 3** 
Hans wil misschien toch met  de auto gaan. De benzinekosten zijn 22 euro. Hij verwacht dat hij 2  uur  zijn auto moet parkeren in deze parkeergarage. 

Is Hans goedkoper uit als hij reist met de auto in plaats van met de trein?  Leg je antwoord uit.




Slide 9 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 10 - Carte mentale

Antwoord opgave 3
Nee.
Stap 1     Parkeerkosten €7,50 x 2 = € 15,00
Stap 2     Benzinekosten € 22,00
Stap 3     Samen: € 37,00 (€22 + €15)
Stap 4     Verschil: € 37,00 - € 32,48 = € 4,52 duurder met de auto

Slide 11 - Diapositive

opgave 4***
Hans kan dus ook met de auto gaan. De routeplanner geeft aan dat de heenreis 117 km is en dat Hans er naar verwachting 1 uur en 22 minuten over doet. Wat is zijn verwachte gemiddelde snelheid in km per uur?

Slide 12 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 13 - Carte mentale

Antwoord opgave 4
86 km/uur
Maak een verhoudingstabel
117 km in 82 min
Dus, 117 : 82 x 60 = 86 km/uur

Slide 14 - Diapositive

opgave 5*** 
De auto van Hans rijdt 1 op 18 en Hans tankt bij dit tankstation Euro 95 ongelood. 
Hoeveel euro kost de benzine voor de rit  naar Amsterdam en terug?

Slide 15 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 16 - Carte mentale

Antwoord opgave 5
Stap 1: 2 x 117 km = 234 km
Stap 2: 234 km : 18 = 13 liter
Stap 3: 13 x €1,999 = €25,99

Slide 17 - Diapositive

opgave 6****
De auto van Hans rijdt 1 op 18 en Hans tankt bij dit tankstation Euro 95 ongelood.  Hij verwacht dat hij 2,2  uur zijn auto moet parkeren. 

Is Hans goedkoper uit als hij reist met de auto in plaats van met de trein?  Leg je antwoord uit.




Slide 18 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 19 - Carte mentale

Antwoord opgave 6
Stap 1       2,2 uur = 2 uur en 12 min
Stap 2      parkeerkosten 2 x €7,50 + €1,50 = € 16,50
Stap 3      benzinekosten + parkeerkosten =  €25,99 + €16,50 = €42,49. 
Dus het antwoord is 'nee'.

Slide 20 - Diapositive

opgave 7**
Vanaf het centraal station is het nog 4 minuten lopen. Hans staat bij A en moet naar B. Geef zo nauwkeurig een routebeschrijving van A naar B.
(links, rechts hoeveelste straat?)
A

Slide 21 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 22 - Carte mentale

opgave 8**
Vanaf het centraal station is het nog 4 minuten lopen. De afstand is 0,3 km. Wat is je gemiddelde snelheid per uur als je 0,3 km in 4 minuten loopt?

Slide 23 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 24 - Carte mentale

opgave 9*
Bij deze baan zijn de werktijden:
06.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur- 15.00 uur

van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.

Hoeveel uur werkt Hans op een dag?

Slide 25 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 26 - Carte mentale

Antwoord opgave 9
Stap 1:   06.45 uur - 11.00 uur ------- 4 uur en 15 min.
                 11.45 uur- 15.00 uur -------- 3 uur en 15 min.
Stap 2:   4 uur en 15 min. + 3 uur en 15 min. = 7uur en 30 min.

Slide 27 - Diapositive

opgave 10**
Bij deze baan zijn de werktijden:
06.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur- 15.00 uur

van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.
Hans werkt vijf dagen in een week.
Hoeveel uur werkt Hans in een week?

Slide 28 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 29 - Carte mentale

Antwoord opgave 10
7.30 uur x 5 dagen = 37,5 uur per week

Slide 30 - Diapositive

opgave 11***
Bij deze baan zijn de werktijden:
06.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur - 15.00 uur

Van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.
Hans werkt vijf dagen per week en
Hans heeft recht op 40 vrije dagen per jaar. Hoeveel uur werkt Hans dan per jaar?

Slide 31 - Diapositive

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 32 - Carte mentale

Antwoord opgave 11
Stap 1:    365 : 7 x 5 = 260,7 werkdagen
Stap 2:    260,7 - 40 vakantiedagen = 220,7 werkdagen
Stap 3:    220,7 x 7,5 uur ≈ 1655 uur

Slide 33 - Diapositive