je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
een aantal drogredenen herkennen;
je tekst verlevendigen met figuurlijk taalgebruik;
Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
Éléments de cette leçon
Lesdoelen
Je kunt:
je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
een aantal drogredenen herkennen;
je tekst verlevendigen met figuurlijk taalgebruik;
Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail
Slide 1 - Diapositive
Bouwsteen 6
Argumenteren, schrijven
Slide 2 - Diapositive
Even herhalen
Je kunt je standpunt onderbouwen met argumenten.
Met een argument zeg je waarom je iets vindt. Je geeft dus een reden.
Een reeks van argumenten noemen we daarom ook wel een redenering of een argumentatie.
Je herkent argumenten aan de volgende signaalwoorden - want - daarom - omdat - namelijk -
Slide 3 - Diapositive
Handig!
Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.
Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt
Slide 4 - Diapositive
even oefenen
Bolletje 5 lezen luisteren en bolletje 1 van schrijven maken
timer
5:00
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Geldige argumenten en drogreden
Een goed argument klopt: het is een objectief, feitelijk argument, of een subjectief argument (een mening) dat goed ingezet wordt.
Er zijn echter ook foute argumenten. Dit noemen we ook wel drogredenen (drog= bedrog + reden = argument). Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.
Slide 9 - Diapositive
Drogredenen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
De onjuiste oorzaak – gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Slide 12 - Diapositive
Onjuiste vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar:
Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
Denk maar dat ik mijn huiswerk maak, u kijkt toch niet na.
Slide 13 - Diapositive
0
Slide 14 - Vidéo
Overhaaste generalisatie
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie
getrokken die voor alle gevallen geldt.
Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
Slide 15 - Diapositive
De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Slide 16 - Diapositive
De persoonlijke aanval
Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).
Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Het ontduiken van de bewijslast
Je zoekt een excuus om zelf geen argumenten te moeten zoeken.
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!
Slide 19 - Diapositive
Het verschuiven van bewijslast
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk is te bewijzen.
Ik word later een goede piloot. Vertel mij maar eens waarom dat niet zo zou zijn.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.
Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.
Slide 22 - Diapositive
Het bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk kan ingaan.
Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.
Slide 23 - Diapositive
Een onjuist beroep op autoriteit
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.
De Amerikanen hadden nooit een atoombom op Japan moeten gooien. Einstein was daar ook fel tegen. (als Einstein ergens tegen is, moet iedereen er tegen zijn?)
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
even oefenen
Bolletje 2 van schrijven
(reclameteksten)
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Even nabespreken
opdracht 4 - 5 - 6 van schrijven
Slide 27 - Diapositive
Herken de drogredenen
6 vragen
Slide 28 - Diapositive
Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast
Slide 29 - Quiz
Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen.
A
Een onterecht beroep op autoriteit
B
Persoonlijke aanval
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van bewijslast
Slide 30 - Quiz
Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Een verkeerde vergelijking
B
De persoonlijke aanval
C
Het ontduiken van bewijslast
D
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
Slide 31 - Quiz
Er dreigt geen uitbraak van ebola. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht doen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval
Slide 32 - Quiz
Het bouwen van een kerncentrale is best gevaarlijk. Dat hoorde ik Famke Louise laatst nog zeggen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval
Slide 33 - Quiz
Iedereen weet toch dat alle autoverkopers oplichters zijn.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Vidéo
Aan het werk
Bolletje 4 van schrijven
(overtuigende mail)
Naar jouw mening staan er te weinig bankjes op het plein voor jullie school. Je besluit hierover een overtuigende e-mail naar de directie te sturen.
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Lesdoel gehaald?
Je kunt:
je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
een aantal drogredenen herkennen;
een overtuigende e-mail schrijven.
Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail