Examentraining Nederlands les 3 - zakelijke brief/mail

Examentraining Nederlands
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet aan het einde van deze les het verschil tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief.
- Je weet aan het einde van deze les meer over hoe je een zakelijke mail schrijft.
- Je hebt aan het einde van de les een herhaling over signaalwoorden en lees strategieën gehad. 


Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de overeenkomsten tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief?

Slide 3 - Question ouverte

Een zakelijke brief heeft minder verplichte onderdelen dan een zakelijke mail.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent.
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen,
C
Geachte meneer, mevrouw,
D
Geachte meneer/mevrouw,

Slide 7 - Quiz

Welke manier van het noteren van een adres is juist?

A
SG de Overlaat Postbus 259 5104 AG Waalwijk T.a.v. dhr. O. Dooijes
B
SG de Overlaat T.a.v. dhr. O. Dooijes Postbus 259 5104 AG Waalwijk
C
T.a.v. dhr. O. Dooijes SG de Overlaat Postbus 259 5104 AG Waalwijk
D
SG de Overlaat Postbus 259 T.a.v. dhr. O. Dooijes 5104 AG Waalwijk

Slide 8 - Quiz

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea's.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt drie alinea's: inleiding, kern en slot.

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor het eindigen van een zakelijke mail.
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Quiz

Een sollicitatiebrief is geen zakelijke brief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Waar let je allemaal op als je een zakelijke brief of e-mail voor je examen moet schrijven?

Slide 12 - Question ouverte

Je schrijft netjes de plaats en datum:
Neede, 31-03-'17
Is dit goed?

Slide 13 - Question ouverte

Korte herhaling van les 1
Nu volgen er een paar vragen met een korte herhaling van les 1. 

Slide 14 - Diapositive

De juiste volgorde van leesstrategieën is:
A
Zoekend lezen, oriënterend lezen en intensief lezen
B
Intensief lezen, oriënterend lezen, zoekend lezen
C
Oriënterend lezen, intensief lezen, zoekend lezen
D
Er is geen juiste volgorde.

Slide 15 - Quiz

Hoofdgedachte
van een tekst

Slide 16 - Carte mentale

Onderwerp en hoofdgedachte zijn eigenlijk hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Signaalwoorden van oorzaak-gevolg zijn:
A
Maar, echter
B
Doordat, daardoor, als gevolg van
C
Ten eerste, verder, ook

Slide 18 - Quiz

Noem drie signaalwoorden die horen bij het tekstverband: tegenstelling

Slide 19 - Question ouverte

Signaalwoorden van voorwaarde
A
Waarmee, zodat, met behulp van
B
Als ... dan, indien
C
Ook, tevens

Slide 20 - Quiz

Bij zoekend lezen moet je de tekst iedere keer opnieuw doorlezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Signaalwoorden van tijd (chronologische tijdsvolgorde)
A
Dus, concluderend, dat betekent
B
Net zoals, even ... als
C
Eerst, dan, daarna, voordat, verder, ten slotte

Slide 22 - Quiz

Belangrijke tip!
Al laatste weer een video met belangrijke tips voor je examen Nederlands.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo