Leidingtransport periode 2

Leidingtransport
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ProcestechniekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leidingtransport

Slide 1 - Diapositive

In deze les komen de volgende onderwerpen aan bod.

Slide 2 - Diapositive

Pijpleidingen en appendages
Pijpleiding: het geheel van buizen, appendages en pompen. Wordt gebruikt om vloeistoffen,
gassen en vaste stoffen te transporteren.
Appendage: is een onderdeel van een leidingsysteem. Je kunt denken aan ventielen,
meettoestellen of terugslagkleppen.

Slide 3 - Diapositive

Welk type leiding heb je nodig?
Hangt af de omstandigheden in je proces:
- de soort stof die getransporteerd wordt (gas, vloeistof of vaste stof)
- de eigenschap van de stof (corrosieve, giftige, brandbare of ongevaarlijke stof)
- de druk waaronder gewerkt moet worden
- de heersende temperatuur
- de capaciteit die het hele systeem moet leveren (m3/uur of kg/uur)

Slide 4 - Diapositive

Type leidingen
Afhankelijk van het leidingsysteem, wordt er gebruik gemaakt van de volgende
montagetechnieken:
- vaste verbindingen
- demontabele verbindingen
Afhankelijk van de procesomstandigheden, moet je rekening houden met een aantal
belangrijke specificaties. Je moet onder andere rekening houden met:
- het materiaal van de leiding
- de ideale wanddikte
- de leidingdiameter
- de bescherming van de leiding

Slide 5 - Diapositive

Noem een aantal materialen die gebruikt kunnen worden voor een leiding

Slide 6 - Carte mentale

Om leidingtransport goed te laten verlopen zijn er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden.
- Het gebruik van tracing en isolatie voor stollende vloeistoffen
- Het inzetten van een compensator om uitzetten en krimpen te voorkomen.
- Rekening houden met bochten en dode hoeken i.v.m. vervuiling van producten
- Het gebruik van leidingbruggen.
- Het bewaken van de kwaliteit met behulp van meetapparatuur, denk b.v. aan druk
- Periodiek onderhoud en inspectie vooral bij corrosieve en giftige stoffen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De weerstand die een stof ondervindt in een leiding, is afhankelijk van:
- het hoogteverschil in de leiding tussen begin en eind (h)
- de zwaartekracht (Fg)
- de dichtheid (ρ) van de stof 
- de hoeveelheid leidingen, appendages en bochten in het systeem (wrijving)
- viscositeit

Slide 9 - Diapositive

Bij stroming van vloeistoffen in een leiding hebben te maken met verschillende profielen, waar stroomt de vloeistof het langzaamst?
A
In het midden
B
Overal is de snelheid gelijk
C
Aan de wand

Slide 10 - Quiz

We hebben kortweg te maken met 3 stromingsprofielen
Laminaire stroming: is een rustig stromingsprofiel,
waarbij de vloeistof nauwelijks gemengd wordt en
langzaam stroomt.

Slide 11 - Diapositive

Turbulente stroming: geeft een chaotisch
stromingsbeeld, waarbij de vloeistof intensief wordt
gemengd en snel stroomt.







Reynoldsgetal: bij een laag getal van Reynolds is de stroming vaak laminair en bij een hoog
getal van Reynolds is de stroming turbulent.
Re < 2300 = Laminaire stroming
Re > 3500 = Turbulente stroming
Re tussen 2300 en 3500 = overgangsgebied

Slide 12 - Diapositive

Debiet: is de hoeveelheid stof die in een bepaalde tijd door een leiding stroomt. Je kunt de volumestroom (het volumedebiet φv) berekenen als je de gemiddelde stroomsnelheid (v) en de oppervlakte van de leiding (A) weet. In een formule ziet dat er zo uit: 𝝫v= v.A
Hierin is:
𝝫v = volumedebiet in m³/s
v = gemiddelde stroomsnelheid in m/s
A = de oppervlakte van de leiding (doorlaat) in m²

Slide 13 - Diapositive

Waarin wordt weerstand bij stroming in uitgedrukt?
A
Ohm
B
Volumevermindering
C
Drukverschil
D
Snelheid

Slide 14 - Quiz

Welke factoren beïnvloeden de weerstand
A
Viscositeit
B
Wandruwheid
C
Lengte van de leiding
D
Zowel A,B, als C goed

Slide 15 - Quiz

Factoren die de weerstand beïnvloeden
  • De viscositeit van de stof.
  • De wandruwheid van de leiding.
  • Lengte leiding.
  • Diameter leiding.
  • Dichtheid van de stof.
  • Snelheid.
  • Appendages & bochten.

Slide 16 - Diapositive

Einde les

Slide 17 - Diapositive