1/2 Ln6a Zebra

voorlezen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

voorlezen

Slide 1 - Diapositive

Klokhuis kijken

Slide 2 - Diapositive

Schrijf- en spreekopdracht bij NOS-Jeugdjournaal
  • Kijk samen een NOS-Journaal (Jeugd of volwassen)
  • Maak een samenvatting op papier van dit journaal.
  • Zorg ervoor dat je straks kunt navertellen wat de belangrijkste informatie is.

Slide 3 - Diapositive

formele e-mail 
  • een informele mail schrijven-> inleveren bij mij
  • Zie de uitleg en voorbeeld hierna

Slide 4 - Diapositive

Opdracht - samen een formele e-mail schrijven
Stel je voor: Je hebt van je rijke oom 1000 euro gekregen voor de isk.


Bedenk samen iets (1 of 2 dingen) dat je zou willen hebben voor de isk. (bv. lounchebank, voetbaltafel enz.)
Je gaat een e-mail  schrijven aan de afdelingsleider van de isk, mevrouw Kamerbeek. De bedoeling is dat jij in deze mail haar kan overtuigen dat zij iets gaat aanschaffen/kopen voor de isk. 





Slide 5 - Diapositive

Indeling van een formele e-mail 
Aanhef: Goedemorgen, / Beste, / Geachte ,
Inhoud (verdeeld in alinea's): Hierin beantwoord je de 5w's & h- vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe) 
Slotzin: Ik hoop gauw van u te horen / Ik zie uw reactie graag tegemoet / Ik hoor graag van u  
Afsluiting: met vriendelijke groet, groeten 
Naam: 

Slide 6 - Diapositive

voorbeeld formele e-mail 
Geachte mevrouw Kamerbeek,

Mijn naam is...... en ik zit in klas .... op de ISK. Van mijn rijke oom heb ik 1000 euro gekregen om te besteden aan de ISK. Ik heb hiervoor de volgende ideeën.

Allereerst zou ik een lekkere lounchebank willen, zodat de leerlingen kunnen ontspannen in de pauze. Ze komen dan weer uitgerust naar de lessen.

Ook zou een snoep- en snackautomaat fijn zijn. We kunnen dan tussendoor iets te eten en te drinken kopen en hoeven niet ver te lopen.

Ik hoop dat dit geld aan deze dingen besteed kan worden. Ik hoor het graag van u.

Vriendelijke groeten,
........................................


Slide 7 - Diapositive

Een formele e-mail schrijven

Slide 8 - Diapositive

Taalgebruik
Een formele e-mail schrijf je dus aan een belangrijk persoon.
Daarvoor moet je andere woorden gebruiken dan bij een vriend/vriendin. 

Slide 9 - Diapositive

Indeling van een formele e-mail 
Aanhef: Goedemorgen, / Beste, / Geachte ,
Inhoud (verdeeld in alinea's): Hierin beantwoord je de 5w's & h- vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe) 
Slotzin: Ik hoop gauw van u te horen / Ik zie uw reactie graag tegemoet / Ik hoor graag van u  
Afsluiting: met vriendelijke groet, groeten 
Naam: 

Slide 10 - Diapositive

5w + 1h-vragen
Om te controleren of je alle informatie in je e-mail hebt geschreven, gebruik je de 5w + 1h-vragen:
wie:
wat:
waar:
wanneer:
waarom:
hoe: 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht - samen een formele e-mail schrijven
Stel je voor: Je hebt van je rijke oom 1000 euro gekregen voor de isk.


Bedenk samen iets (1 of 2 dingen) dat je zou willen hebben voor de isk. (bv. lounchebank, voetbaltafel enz.)
Je gaat een e-mail  schrijven aan de afdelingsleider van de isk, mevrouw Kamerbeek. De bedoeling is dat jij in deze mail haar kan overtuigen dat zij iets gaat aanschaffen/kopen voor de isk. 





Slide 12 - Diapositive

5w + 1h-vragen
1. Pak je schrift en pen
2. Schrijf op:
wie:
wat:
waar:
wanneer:
waarom:
hoe:
3. Vul in! Start met het schrijven.
4. Na vier minuten gaan we samen kijken wat we kunnen invullen.

Slide 13 - Diapositive

Een informele e-mail schrijf je aan iemand die jij goed kent.
Wie is dat?
A
De koning van Nederland
B
Jouw vriend/vriendin
C
De directeur van Burgers'Zoo.
D
De baas van jouw bijbaantje

Slide 14 - Quiz

Hoe begin je een informele e-mail?
A
What's up?!
B
Hoi
C
Geachte
D
Joehoe!

Slide 15 - Quiz

Een formele e-mail schrijf
je aan een belangrijk persoon tegen wie je 'u' zegt.
Wie kan dit zijn?

Slide 16 - Carte mentale

Hoe begin je een mail aan een belangrijk persoon?

Slide 17 - Question ouverte

een informele e-mail 

Slide 18 - Diapositive

voorbeeld indeling van een informele e-mail 
(aanhef) Beste Joudi,

(alinea 1) Vanwege... (reden) hebben we elkaar lang niet gesproken en gezien. Ik ben benieuwd hoe het met je gaat.

(alinea 2)Ik zal je vertellen hoe het met mij gaat. Ik.........

(alinea 3) Hopelijk gaat alles goed met je. Ik hoop snel iets van je te horen.

(afsluiting) Groetjes,
Kim


Slide 19 - Diapositive

Opdracht - een e-mail schrijven aan een vriend in het buitenland waar je lang niets van hebt gehoord.
Bedenk :
  • in welk land verblijft hij of zij?
  • naam
  • waarom heb je elkaar lang niet gezien?
  • welke vragen wil je stellen?
  • schrijf ook iets over hoe het met jou gaat/wat je doet






1. Pak je schrift en pen
2. Schrijf op:
wie:
wat:
waar:
wanneer:
waarom:
3. Vul in! Start met het schrijven. 
4. Na vijf minuten gaan we samen kijken wat we kunnen invullen.
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

vragen woordentoets 
A. Schrijf de volgende woorden over en schrijf de juiste betekenis erachter. Let op: de betekenissen staan door elkaar. (5)
B. Schrijf de volgende woorden over en schrijf de juiste betekenis erachter.(5)
C. Noteer de geleerde woorden die op de lege plaatsen in de zinnen horen. Je mag niet een woord gebruiken dat op dit blad staat. Let erop dat je bij een
werkwoord de goede vorm noteert. (5)
D. Maak een goede zin met de volgende woorden. Uit de zin moet blijken dat je het woord begrijpt. (5)-> Een zin per woord

Slide 21 - Diapositive

vragen woordentoets 

D. Maak een goede zin met de volgende woorden. Uit de zin moet blijken dat je het woord begrijpt. (5)-> Een zin per woord
  • goede grammaticale zin + betekenis duidelijk = 1 punt
  • goede grammaticale zin + betekenis beetje vaag = 1/2 punt
  • betekenis duidelijk, maar zin grammaticaal niet helemaal goed = 1/2 punt
  • betekenis onduidelijk en geen goede grammaticale zin = 0 punten

Slide 22 - Diapositive

Toets woordenlijst
  • Schrijf de woorden over als dat in de opdracht staat.
  • Schrijf de woorden foutloos over. Ook de geleerde woorden moet je foutloos kunnen schrijven.
  • Schrijf leesbaar, want als ik je handschrift niet kan lezen, is het fout.
  • Succes!

Slide 23 - Diapositive

woorden raden
Ik geef een omschrijving van het woord zonder het te noemen. Voorbeeld: het is fruit en het is rond en groen (=appel) Er zijn twee borden, dus twee groepen. Schrijf omstebeurten het woord op het bord. Je mag van elkaar geen woorden uitvegen.

Slide 24 - Diapositive

opdracht in LessonUp
  • Ga naar LessonUp en log in met de code en met je voornaam. Je hoeft geen account aan te maken.
  • Geef antwoord op de vraag die wordt gesteld.
  • Je antwoord is niet anoniem.(=we kunnen lezen wie iets heeft geschreven)

Slide 25 - Diapositive

Heb je weleens ruzie met iemand?
A
ja, vaak
B
ja, soms
C
nee, nooit

Slide 26 - Quiz

Met wie heb je dan meestal ruzie?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe maak je de ruzie weer goed?

Slide 28 - Question ouverte

tips woordenlijst leren
  • elke keer een stukje leren
  • woorden opschrijven
  • woorden hardop lezen
  • woorden met betekenis op briefje schrijven
  • een zin maken met de woorden
  • laten overhoren door iemand 

Slide 29 - Diapositive

vragen woordentoets 
A. Schrijf de volgende woorden over en schrijf de juiste betekenis erachter. Let op: de betekenissen staan door elkaar. (8)
B. Schrijf de volgende woorden over en schrijf de juiste betekenis erachter.6)
C. Noteer de geleerde woorden die op de lege plaatsen in de zinnen horen. Je mag niet een woord gebruiken dat op dit blad staat. Let erop dat je bij een
werkwoord de goede vorm noteert. (6)
D. Maak een goede zin met de volgende woorden. Uit de zin moet blijken dat je het woord begrijpt. (5)-> Een zin per woord

Slide 30 - Diapositive