Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Zomerquiz Nederlands V5
Slide 1 - Diapositive
1. spelling/formuleren/stijlmiddelen
Slide 2 - Diapositive
Tevens vindt mijn manager ook dat ik de data-analyse beter zou moeten uitvoeren.
A
pleonasme
B
tautologie
C
inconsequent gebruik van werkwoordtijden
D
barbarisme
Slide 3 - Quiz
De universiteit heeft zijn deuren gesloten vanwege een onverwachte brandoefening.
A
dubbele ontkenning
B
foutief beknopte bijzin
C
foutief verwijswoord
D
foutieve inversie
Slide 4 - Quiz
Deze week ga ik zeker een abonnement op de sportschool regelen en start ik aanstaande maandag met powerfit.
A
foutieve samentrekking
B
foutieve inversie
C
geen symmetrie
D
foutief voorzetsel
Slide 5 - Quiz
Onze docenten wensen ons een hele fijne zomervakantie
A
Deze zin is goed
B
Deze zin is fout
Slide 6 - Quiz
Gisteren viel de regen echt met bakken uit de lucht.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
woordspeling
D
paradox
Slide 7 - Quiz
Directeuren die binnen zijn, wonen in veel gevallen buiten.
A
woordspeling
B
paradox
C
hyperbool
Slide 8 - Quiz
Argumenteren en tekstbegrip
Slide 9 - Diapositive
Een hypothese is een subjectief argument.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Bij subjectieve argumenten ga je na of ze waar zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Mening: Het is niet nodig dat voetbalclubs de politie-inzet rondom wedstrijden zelf gaan betalen.
Argument 1: De politie-inzet kost volgens het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme gemiddeld 40.000 euro per wedstrijd
A
argument 1 is feitelijk
B
argument 1 is waarderend
Slide 12 - Quiz
Argument 3: Voetbalclubs doen al heel erg hun best om de veiligheid te waarborgen.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 13 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake?
Orgaanhandel tussen levende mensen moet worden gelegaliseerd. Daardoor kun je flink verdienen aan organen die je toch niet nodig hebt
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
onjuiste vergelijking
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 14 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake?
Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland, want in een stad kun je tenminste spelen met rommel op straat.
A
overdrijven van voor- en nadelen
B
onjuist gebruik van voorbeeld
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
onjuist gebruik van kenmerken
Slide 15 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake?
De wereld is volgens de briljante natuurkundige beter af als de permanente leden van de Veiligheidsraad hun veto verliezen.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
onjuist gebruik van kenmerken
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 16 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake?
Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan. Mijn dochter wordt daar de hele tijd gepest.
A
onjuiste vergelijking
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuist gebruik van voorbeeld
D
onjuiste autoriteit
Slide 17 - Quiz
Welke uitspraak over de lead is waar?
A
Vind je bij een nieuwsbericht
B
Geeft een kernachtige samenvatting
C
Is de eerste alinea van de tekst
D
Alle uitspraken zijn waar
Slide 18 - Quiz
Een hoofdvraag past bij een ...
A
betoog
B
uiteenzetting
C
beschouwing
Slide 19 - Quiz
Literatuurgeschiedenis
Slide 20 - Diapositive
Welke uitspraak over het naturalisme is waar?
A
De mens is gedetermineerd. Dit wil zeggen dat hij het lot naar zijn hand zet
B
Het naturalisme is realistisch
C
De naturalist heeft een positieve kijk op de wereld
Slide 21 - Quiz
De Max Havelaar van Multatuli valt onder welke twee stromingen?
A
Romantiek en naturalisme
B
Realisme en naturalisme
C
Realisme en romantiek
Slide 22 - Quiz
Sinds wanneer is het Wilhelmus het Nederlandse volkslied?
A
Sinds ongeveer 1570
B
Sinds 1648, na de Tachtigjarige oorlog
C
Sinds 1932
D
Sinds 1945
Slide 23 - Quiz
Welke uitspraak over Sara Burgerhart is niet waar?
A
Sara Burgerhart is een briefroman
B
De roman werd pas jaren na het verschijnen een succes
C
De roman inspireerde schrijvers om een vrouw in de hoofdrol te nemen
D
De roman was geschikt om de verlichte ideeën uit te dragen
Slide 24 - Quiz
Wie waren tijdgenoten?
A
Multatuli en J.J. Cremer
B
Couperus en Vondel
C
Bredero en Betje Wolff
D
Gerrit Paape en Cyriel Buysse
Slide 25 - Quiz
Moderne literatuur
Slide 26 - Diapositive
Welke schrijver ontving dit jaar de International Booker Prize
A
Jeroen Brouwers
B
Hanna Bervoets
C
Herman Koch
D
Marieke Lucas Rijneveld
Slide 27 - Quiz
Met welk boek won Jeroen Brouwers dit jaar de Libris Literatuurprijs?
A
Bezonken rood
B
De cliënt
C
Datumloze dagen
D
Geheime kamers
Slide 28 - Quiz
Welk boek werd in 2018 volgens de NOS het meest voor de lijst gelezen?
A
De aanslag
B
Het diner
C
Het gouden ei
D
Sonny Boy
Slide 29 - Quiz
Schrijfvaardigheid
Slide 30 - Diapositive
Is deze bronvermelding correct? Wokke, A. (2018, 22 februari). NOS wil onderzoek doen naar politieke Facebook-ads via browserextensie. https://tweakers.net/nieuws/135535/nos-wil-onderzoek-doen-naar-politieke-facebook-ads-via-browserextensie.html
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Diapositive
De lay-out van de tekst op de vorige dia is correct.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quiz
Het programma van vwo 5 is altijd druk en vol. Alle onderdelen moeten aan bod komen. Heb je een tip om het programma te verbeteren?
Slide 34 - Question ouverte
Heb je een idee voor het schrijfexamen volgend jaar?