ablativus

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

In deze les:

1. Herhaling naamvallen
   
2. Uitleg nieuwe naamval: ablativus
   
3. Oefeningen met ablativus + bespreking
   
4. Afsluiting
   

Na deze les:

1. …Weet je hoe de ablativus eruit ziet
   
2. …Waar de ablativus voor wordt gebruikt
   
3. …Hoe je de ablativus vertaalt

Weet je nog?

De nominativus wordt gebruikt als:

De accusativus wordt gebruikt als:

De dativus wordt gebruikt als:

Weet je nog?

De nominativus wordt gebruikt als:

onderwerp

De accusativus wordt gebruikt als:

De dativus wordt gebruikt als:

Weet je nog?

De nominativus wordt gebruikt als:

onderwerp

De accusativus wordt gebruikt als:

lijdend voorwerp

De dativus wordt gebruikt als:

Weet je nog?

De nominativus wordt gebruikt als:

onderwerp

De accusativus wordt gebruikt als:

lijdend voorwerp

De dativus wordt gebruikt als:

meewerkend voorwerp (vertalen met 

aan/voor)

Nieuw: ablativus!

De nominativus wordt gebruikt als:

onderwerp

De accusativus wordt gebruikt als:

lijdend voorwerp

De dativus wordt gebruikt als:

meewerkend voorwerp (vertalen met 

aan/voor)

Nieuw: ablativus!

De nominativus wordt gebruikt als:

onderwerp

De accusativus wordt gebruikt als:

lijdend voorwerp

De dativus wordt gebruikt als:

meewerkend voorwerp (vertalen met 

aan/voor)

De ablativus wordt gebruikt als:

bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling

Wat is een bijwoordelijke bepaling? 

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vraag:

- waarmee/met wie                                           - wanneer

- waar(vandaan/heen)                                      - hoe

- waardoor                                                              - hoeveel

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in onderstaande zin?

Elke dag fiets ik met mijn vriendin van huis via de markt naar school

Bijwoordelijke bepaling

Wat is een bijwoordelijke bepaling? 

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vraag:

- waarmee/met wie                                           - wanneer

- waar(vandaan/heen)                                      - hoe

- waardoor                                                              - hoeveel

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in onderstaande zin?

Elke dag fiets ik met mijn vriendin van huis via de markt naar school

Oefenen

`Jullie krijgen 10 vragen: 2 keer een serie van 5

Bij elke serie van vragen krijgen jullie een uitleg: let dus goed op!

Welk woord kan geen ablativus zijn?

umbra – locis – Olympo – equi

Welk woord kan geen ablativus zijn?

umbra – locis – Olympo – equi

-i is geen uitgang van de ablativus

Welk woord kan geen ablativus zijn?

1. terra
2. domino
3. templo
4. dei

Welk woord kan geen ablativus zijn?

1. silvis
2. silvae
3. silva
4. dono

Welk woord kan geen ablativus zijn?

1. gladium
2. gladio
3. femina
4. feminis

Welk woord kan geen ablativus zijn?

1. puellis
2. deo
3. templa
4. templo

Welk woord kan geen ablativus zijn?

1. deis
2. silva
3. feminae
4. dominis

Zet van enkelvoud naar meervoud of van meervoud naar enkelvoud met behoud van de naamval!

Bijvoorbeeld: dona

Zet van enkelvoud naar meervoud of van meervoud naar enkelvoud met behoud van de naamval!

Bijvoorbeeld: dona --> nom. of acc. mv.

Wat is de nom./acc. ev. van dona?

Zet van enkelvoud naar meervoud of van meervoud naar enkelvoud met behoud van de naamval!

Bijvoorbeeld: dona --> nom. of acc. mv.

Wat is de nom./acc. ev. van dona?

donum!

Zet van ev. naar mv. of van mv. naar ev. met behoud van de naamval!
domino

1. domini
2. dominis
3. dominos
4. dominum

Zet van ev. naar mv. of van mv. naar ev. met behoud van de naamval!
puellam

1. puella
2. puellae
3. puellas
4. puellis

Zet van ev. naar mv. of van mv. naar ev. met behoud van de naamval!
deos

1. deo
2. deus
3. deum
4. dei

Zet van ev. naar mv. of van mv. naar ev. met behoud van de naamval!
templis

1. templa
2. templo
3. templum

Zet van ev. naar mv. of van mv. naar ev. met behoud van de naamval!
feminae (let op: 2 mogelijkheden!)