6.3 Voortplanting

6.3 Voortplanting
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

6.3 Voortplanting

Slide 1 - Diapositive

De stamper bestaat uit drie onderdelen welke drie onderdelen zijn dit?

Slide 2 - Question ouverte

Uit welke delen bestaat het mannelijks geslachtsdeel van de bloem?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is bestuiving?

Slide 4 - Question ouverte

Leg uit wat het verschil is tussen kruis- en zelfbestuiving

Slide 5 - Question ouverte

Waaraan kan je een windbloem herkennen?

Slide 6 - Question ouverte

Waaraan kan je een insectenbloem herkennen?

Slide 7 - Question ouverte

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf weet/ kan jij:
- Je kunt omschrijven hoe de geslachtelijke voortplanting bij zaadplanten verloopt
- Je kunt omschrijven hoe de ongeslachtelijke voortplanting verloopt bij zaadplanten
- Je legt aan de hand van voorbeelden het verschil uit tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten

Slide 8 - Diapositive

Van bestuiving tot bevruchting
Bevruchting: Een eicel en zaadcel smelten samen. 

1. De stuifmeelkorrel land op de stempel.
2. De stuifmeelkorrel maakt een stuifmeelbuis en gaat door de stijl naar het vruchtbeginsel.
3. De stuifmeelkorrel komt aan in het vruchtbeginsel, gaat een zaadbeginsel in. Hierin smelt hij samen met een eicel. 
4. Er vindt nu bevruchting plaats.

Slide 9 - Diapositive

Van bevruchting tot vrucht
Wat gebeurt er na de bevruchting:

1. Het zaadbeginsel ontwikkelt zich tot een zaad. Hierin zit het nieuwe ontwikkelende plantje 

2. het vruchtbeginsel ontwikkelt zich tot een vrucht.  Denk aan een appel.

Let op: Er kunnen meerdere zaden in een vrucht zitten.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verschil tussen bevruchting en bestuiving?

Slide 11 - Question ouverte

Leg uit wat er met de stuifmeelkorrel gebeurt als hij op de stempel valt.

Slide 12 - Question ouverte

Leg uit hoe een vrucht ontstaat bij een plant.

Slide 13 - Question ouverte

ongeslachtelijke voortplanting
geslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Diapositive

manieren van voortplanting
ongeslachtelijke voortplanting: voortplanting waarbij een deel van de plant een nieuwe plant wordt. Er vindt dus geen bestuiving en bevruchting plaats. 

geslachtelijke voortplanting: voortplanting waarbij een zaadcel en een eicel van dezelfde of een andere plant samensmelten. Dus wel bestuiving en bevruchting

Slide 15 - Diapositive

Manieren van ongeslachtelijke voortplanting
- Bollen
- Knollen
- Stekken
- Weefselkweek

Slide 16 - Diapositive

Knollen
Verdikkingen van de wortel of steel. 

Uit elke knol kan een nieuwe plant groeien 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Bollen
Herken je aan de rokken 

In de bol zitten meerdere knoppen. 
1 knop wordt de plant 
de rest worden nieuwe bollen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

stekken 
Een stukje van de plant (wortel of steel) 

Zet hem in een voedingrijke bodem. 

Met de juiste omstandigheden groeit de wortel of steel uit tot een nieuwe plant

Slide 22 - Diapositive

Weefselkweek
Cellen uit de knoppen 

Leg ze op een voedingsrijke bodem. Hieruit groeien nieuwe cellen 

en dus een nieuwe plant 

Slide 23 - Diapositive

Wat is het verschil tussen geslachtelijke- en ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 24 - Question ouverte

Wat zijn de verschillende manieren van ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen bollen en knollen?

Slide 26 - Question ouverte

leg uit hoe stekken werkt

Slide 27 - Question ouverte

Hoe werkt weefselkweek?

Slide 28 - Question ouverte

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf weet/ kan jij:
- Je kunt omschrijven hoe de geslachtelijke voortplanting bij zaadplanten verloopt
- Je kunt omschrijven hoe de ongeslachtelijke voortplanting verloopt bij zaadplanten
- Je legt aan de hand van voorbeelden het verschil uit tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Oefentoets 
Welk werkblad maak je:
tussen de 0 en de 4 punten: Blauw 
Tussen de 4 en 7 punten: Groen 
Tussen de 7 en 10 punten: Oranje 

Schrijf op de samenvatting hoeveel punten je hebt behaald. 

Slide 31 - Diapositive