Les proefjes

Ik heb een glas met water. Wat gebeurt er als ik er een propje aluminium folie in gooi?
A
Het propje blijft drijven
B
Het propje zinkt
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ik heb een glas met water. Wat gebeurt er als ik er een propje aluminium folie in gooi?
A
Het propje blijft drijven
B
Het propje zinkt

Slide 1 - Quiz

Hoe komt het dat het propje blijft drijven?
A
Doordat er water in zit
B
Aluminiumfolie blijft altijd drijven
C
Doordat er lucht in zit
D
Propjes blijven altijd drijven

Slide 2 - Quiz

Hoe kan ik ervoor zorgen dat aluminiumfolie wel gaat zinken?
A
Aluminiumfolie kan niet zinken
B
Een groter propje maken
C
Een kleiner propje maken
D
Heel klein opvouwen

Slide 3 - Quiz

We hebben dit ook getest met een mandarijn. Wat gebeurt er als ik een mandarijn in het water doe?
A
Drijven
B
Zinken

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er als ik de mandarijn pel?
A
Hij blijft drijven
B
Hij zinkt
C
Hij zwemt 3 rondjes

Slide 5 - Quiz

We hebben ook een proefje gedaan met olie. Wat gebeurt er ook alweer als ik olie bij water doe?
A
De olie zinkt
B
De olie mengt met het water
C
De olie blijft drijven
D
De olie wordt een bubbel

Slide 6 - Quiz

Hoe kan het dat olie blijft drijven op water?
A
De olie is zwaarder dan water
B
Er zit aluminiumfolie in de olie
C
Er zit een mandarijn in de olie
D
De olie is lichter dan water

Slide 7 - Quiz

Waarmee kon je dit proefje vergelijken? Een eigen gemaakte...
A
Zeilboot
B
Onderzeeër
C
Fiets
D
Ruimteschip

Slide 8 - Quiz

Hoe kon ik de onderzeeër ook alweer laten zinken?
A
Door de fles te schudden
B
Door de fles op de kop te houden
C
Door in de fles te knijpen
D
Je kan de onderzeeër niet laten zinken

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar. Zwaartekracht zorgt ervoor dat iets blijft zweven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe kan ik een ballon statisch maken?
A
Door de ballon over je trui te wrijven
B
Door de ballon rond te draaien
C
Door de ballon in de lucht te gooien
D
Door de ballon over je haar wrijven

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar. Aan een statische ballon kunnen papiertjes blijven plakken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Waar of niet waar. Een statische ballon kan mijn haren overeind laten staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz