Kom je uit met je geld?_2vmbo_1.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Agenda

• Terugblik paragraaf 1.3
• Leerdoelen paragraaf 1.4 Kom je uit met je geld?
• Uitleg paragraaf 1.4
• schrift in mijnschrift.nl aanmaken (aparte powerpoint)
• Zelf aan de slag.

Leerdoelen paragraaf 1.4

• Welke soorten inkomens er zijn
  
• Wat een begroting is 
• Welke soorten uitgaven er zijn 
• Hoe je bedragen omrekent van week naar maand en van maand naar week 
• Wat reserveren is en hoe je dat berekent. (volgende les)

Drie soorten inkomens

1. Loon of salaris:
   ontvang je als je voor een baas werkt.
   
2. Winst:
   is je inkomen als je een eigen bedrijf hebt. 
3. Een uitkering:
   ontvang je van de overheid. Bijvoorbeeld als je werkloos of arbeidsongeschikt bent. Ouders van kinderen onder de achttien krijgen kinderbijslag.

Van welk soort inkomen weet je
van te voren niet hoeveel het is?

1. loon
2. winst
3. salaris
4. uitkering

Leg met een voorbeeld uit dat iemand meerdere soorten inkomen tegelijk kan hebben.

Formule :

omrekenen van week naar maand

Hoe bereken je een bedrag per maand om naar een bedrag per week?

Geef uit je hoofd het juiste
antwoord:
80 euro per maand is

1. meer dan 20 euro per week
2. minder dan 20 euro per week
3. precies 20 euro per week

3 soorten uitgaven

1. Vaste lasten:
   Uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen, zoals huur, abonnement, contributie.  
2. Huishoudelijke uitgaven of dagelijkse uitgaven 
   Uitgaven voor het huishouden, voor persoonlijke verzorging, cadeautjes en uitgaan. 
3. Incidentele uitgaven;
   Meestal grote uitgaven die je af en toe doet, zoals aanschaf van kleding, apparaten of vakantie. 

Uitkomen met je inkomen

Begroting:
is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode.

Zelf aan de slag

• Lees paragraaf 1.4
• Maak opgave 46 t/m 49 en 51 t/m 54
• Klaar kijk de opgaven na met een andere kleur pen. Zet de juiste antwoorden in je schrift.
• Leer samenvatting en begrippen 1.1 t/m 1.4 (tot reserveren) blz 26 en 27 boek.

Agenda les

• Klassikaal ophalen par 1.4 deel 1
• Uitleg reservering
• klassikaal schrift aanmaken in mijnschrift.nl
• Zelf aan de slag

Wat hoort bij elkaar?

a. loon

b. uitkering

c winst

1. Eigen bedrijf

2. werken voor een baas

3. overheid

Welke 3 soorten uitgaven zijn er?

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven

Op welke kun je moeilijk besparen?

Hoe reken je van maand naar week en andersom?

Formule :

Reserveringen per maand (nodig voor incidentele uitgaven)

Zelf aan de slag

• Lees paragraaf 1.4 laatste deel
• Maak opgave 55 
• Klaar kijk opgaven paragraaf 1.4 na met een andere kleur pen.  Ook eerdere paragrafen dus 1.1 t.m 1.4.
• Zet de nagekeken opgaven in mijnschrift.nl
• Klaar  start met de rekenopgaven hst 1 vanaf blz 34