Un. 7 Los verbos reflexivos

¡Bienvenidos!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Het wederkerend voornaamwoord staat:
- altijd voor het vervoegde werkwoord 
Me ducho con agua fría
Me quiero duchar
of
- direct achter de infinitief
Quiero ducharme con agua fría

Slide 5 - Diapositive

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden) levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie), acostarse (ue) (naar bed gaan), vestirse(e/i) (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 6 - Diapositive

/ Me duermo
Me siento
Me acuesto
Ponerse
Me pongo

Slide 7 - Diapositive

Te
Onregelmatige werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

afeitarse

A
B

Slide 9 - Quiz

Mi padre y yo...
A
nos afeitamos
B
se afeitan
C
nosotros afeitamos
D
nos afeitan

Slide 10 - Quiz

acostarse
A
B

Slide 11 - Quiz

Acostarse.
Ella __
A
se acosta
B
se acuesta
C
le acosta
D
la acuesta

Slide 12 - Quiz

Jij gaat naar bed.

Slide 13 - Question ouverte

vestirse
A
B

Slide 14 - Quiz

Vestirse
Yo...
A
visto
B
vesto
C
me visto
D
me vesto

Slide 15 - Quiz

ducharse
A
B
C

Slide 16 - Quiz

Sentarse
Nosotros
A
nos sentemos
B
nos sentimos
C
nos sentamos
D
nos sientamos

Slide 17 - Quiz

ponerse
Usted...

Slide 18 - Question ouverte

Nosotros____(levantarse) a las siete.
A
levantamos
B
nos levantamos
C
levantáis
D
os levantamos

Slide 19 - Quiz

Yo siempre____(ducharse) a las ocho.
A
ducho
B
se ducho
C
me ducho
D
duchas

Slide 20 - Quiz

¿Como_________(llamarse) vosotros?

Slide 21 - Question ouverte

¿A qué hora____(despertarse) Juan?

Slide 22 - Question ouverte

Verbos reflexivos
Waaraan herken je een wederkerend werkwoord?


Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?


eindigt op -se
-se eraf halen, daarna de uitgang eraf halen. 
Vervolgens me, te, se, nos, os, se ervoor zetten. 

Slide 23 - Diapositive

TP 3: ¿Es un tema fácil o difícil?

Slide 24 - Sondage